De waarde van diermodellen voor klinisch onderzoek van antimicrobiële middelen

Klinische praktijk
I.A.J.M. Bakker-Woudenberg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1889-92

Inleiding

De praktijk van het gebruik van dieren als experimenteel model voor het bestuderen van processen bij de mens is al zo oud als de geneeskunde zelf. Vast staat dat dierexperimenten tot nu toe in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het begrip, de behandeling en het voorkómen van ziekten bij de mens. De afgelopen jaren is een intensieve discussie gaande omtrent de ethische aspecten van het gebruik van proefdieren. Het debat, weliswaar moeilijk, is tot nu toe vruchtbaar geweest. Het heeft geleid tot een aantal wettelijke regelingen zoals de op 1 januari 1986 van kracht geworden Wet op de Dierproeven. Hierin zijn richtlijnen opgesteld die tot doel hebben de bescherming van dieren in de wetenschap zo veel mogelijk te waarborgen zonder de vitaliteit van wetenschappelijk onderzoek aan te tasten. Het debat omtrent het proefdiergebruik heeft ook in ander opzicht een positieve bijdrage geleverd. Het heeft in het algemeen geleid tot…

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit, Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Instituut Klinische Microbiologie en Antimicrobiële Therapie, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Mw.dr.I.A.J.M. Bakker-Woudenberg, bioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties