De standaard 'Lage rugpijn' van het Nederlands Huisartsen Genootschap; reactie vanuit de neurologie

Opinie
G.K. van Wijngaarden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:757-8

Zie ook de artikelen op bl. 758 en 769.

Lage rugpijn is een multiconditioneel bepaalde klacht. Dit betekent dat de keuze van een neuroloog om commentaar te leveren bij de standaard ‘Lage rugpijn’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) als betrekkelijk willekeurig zou kunnen worden beschouwd, ware het niet dat in de dagelijkse praktijk patiënten met lage rugpijn een niet onaanzienlijk deel van de neurologische spreekuren vullen.

De neuroloog behoort door de huisarts te worden ingeschakeld als er een vermoeden bestaat van radiculaire prikkeling of uitval, meestal veroorzaakt door een lumbosacrale discushernia. Iedere ervaren neuroloog weet echter dat bij de meesten van de naar hem verwezen patiënten met lage rugklachten geen radiculaire verschijnselen te vinden zijn. Daarmee zou dan zijn taak dienen op te houden. Veelal wordt echter gegrepen naar beeldvormend onderzoek en daarbij worden bij deze patiënten regelmatig discusprotrusies gevonden. Hoewel deze bij het ontbreken van klinisch waarneembare…

Auteursinformatie

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, locatie Prinsengracht, Prinsengracht 769, 1017 JZ Amsterdam.

Dr.G.K.van Wijngaarden, neuroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

P.H.T.G.
Heuts

Hoensbroek, juli 1996,

Collega Van Wijngaarden stelt dat ten aanzien van blijvend disfunctioneren door lage rugpijn nog weinig bekend is over het rendement van behandeling door revalidatiearts, psycholoog, ergotherapeut of pijncentrum (1996;757-8). Verder wijst hij op de lange duur en de hoge kosten van deze behandelingen. Als aanvulling hierop verwijs ik graag naar enkele recente publicaties over dit onderwerp.

Turk beschreef onlangs in een overzicht de populatie patiënten die doorgaans naar pijncentra worden verwezen:1 het betreft meestal een medisch ‘uitbehandelde’ groep, met jarenlang bestaande pijnproblemen, ernstige beperkingen in het dagelijks leven, veelvuldig psychiatrische comorbiditeit (post aut propter) en hoge medische consumptie. De relevante vraag naar ‘adequate uitkomstparameters’ (bijvoorbeeld: pijnreductie, toegenomen activiteitenniveau, werkhervatting, reductie in medische consumptie, kosteneffectiviteit) komt ook aan de orde. Turk concludeert op basis van tientallen publicaties dat er substantieel bewijs is dat behandeling in een multidisciplinair pijncentrum het algehele functioneren van patiënten met chronische pijn verbetert. Deze verbetering is er niet alleen op subjectieve zelfbeoordelingsschalen, maar ook op objectieve variabelen zoals medicijngebruik, gebruik van medische voorzieningen en terugkeer in het arbeidsproces.

Er bestaan inmiddels diverse publicaties over effectonderzoek betreffende multidisciplinaire pijnbehandelingen.1-4 Daarmee wil ik niet betogen dat effectonderzoek naar deze behandelingen niet meer nodig zou zijn (integendeel). Wel lijkt het mij gerechtvaardigd om de eventueel gewekte en mijns inziens onjuiste indruk weg te nemen dat dit terrein nog volstrekt onontgonnen zou zijn. Naar het rendement van deze multidisciplinaire behandelingen is en wordt onderzoek gedaan; positieve effecten van dergelijke behandelingen werden reeds gedocumenteerd.

P.H.T.G. Heuts
Literatuur
  1. Turk DC. Efficacy of multidisciplinary pain centers in the treatment of chronic pain. In: Cohen MJM, Campbell JN, editors. Pain treatment centers at a crossroads: a practical and conceptual reappraisal. Progress in pain research and management. Vol 7. Seattle: IASP Press, 1996.

  2. Flor H, Fyd ich T, Turk DC. Efficacy of multidisciplinary pain treatment centers: a meta-analytic review. Pain 1992;49:221-30.

  3. Fiebert IM. An overview of functional progressions in rehabilitations of low back pain patients. Journal of Musculoskeletal Rehabilitation 1993;3:36-49.

  4. Vlaeyen JWS, Haazen IW, Schuerman JA, Kole-Snijders AM, Eek H van. Behavioural rehabilitation of chronic low back pain: comparison of an operant treatment, an operant-cognitive treatment and an operant-respondent treatment. Br J Clin Psychol 1995;34:95-118.