Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

De Greulich&Pyle-atlas voor het bepalen van de skeletleeftijd nog steeds bruikbaar in een hedendaagse Nederlandse blanke populatie

Onderzoek
R.R. van Rijn
M.H. Lequin
S.G.F. Robben
W.C.J. Hop
C. van Kuijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:701-4
Abstract
Abstract
Sluiten
The Greulich&Pyle atlas for determining the skeletal age can still be used in a contemporary Dutch white population

To validate the use of the Greulich&Pyle atlas for determining skeletal age in a healthy contemporary Dutch white population.

Design

Diagnostic evaluation study.

Methods

In 278 Dutch white boys (mean age: 12.6 years; range: 5.0-19.5), and 294 Dutch white girls (mean age: 12.2 years; range: 5.2-19.9) radiographs of the left hand were scored by two investigators according to the Greulich&Pyle atlas. Participants and their parents or guardians gave informed consent.

Results

The intra-observer coefficient of variation of duplicate assessment of skeletal age for the investigators was 2.4 and 1.5 respectively. There were no significant systematic differences between both observers with respect to variability and the agreement between the two was good. There was a strong significant correlation between skeletal and calendar age: rgirls = 0.974 and rboys = 0.979 (both p < 0.001). On average calendar age slightly preceded skeletal age by 1.7 months in girls and 3.3 months in boys (both p < 0.001).

Conclusion

The Greulich&Pyle atlas still appears to be applicable in a contemporary Dutch white population.

Samenvatting

Doel

Valideren van het gebruik van de Greulich&Pyle-atlas voor het bepalen van de skeletleeftijd in een gezonde hedendaagse Nederlandse blanke populatie.

Opzet

Diagnostisch evaluatieonderzoek.

Methode

Bij 278 blanke jongens (gemiddelde leeftijd: 12,6 jaar; uitersten: 5,0-19,5) en 294 blanke meisjes (gemiddelde leeftijd: 12,2 jaar; uitersten: 5,2-19,9) werden röntgenfoto's van de linker hand door 2 onderzoekers beoordeeld volgens de criteria zoals beschreven in de Greulich&Pyle-atlas. Deelnemers en hun verzorgers of ouders gaven ‘informed consent’.

Resultaten

De intrawaarnemersvariatiecoëfficiënt voor herhaalde bepaling van de skeletleeftijd voor de onderzoekers was 2,4 respectievelijk 1,5. Er was geen significant verschil tussen de twee onderzoekers met betrekking tot variabiliteit en de overeenkomst tussen beide was goed. Er was een sterke en significante correlatie tussen de skelet- en kalenderleeftijd: rmeisjes = 0,974 en rjongens = 0,979 (beide p < 0,001). Gemiddeld liep de kalenderleeftijd gering voor op de skeletleeftijd (1,7 maanden bij meisjes en 3,3 maanden bij jongens; beide p < 0,001).

Conclusie

De Greulich&Pyle-atlas bleek nog steeds toepasbaar in een hedendaagse Nederlandse blanke populatie.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 15 2003

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:701-4
Vakgebied
Beeldvorming
Interne vakken
Kindergeneeskunde
Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, locatie Dijkzigt, afd. Radiologie, Rotterdam.

Dr.R.R.van Rijn, assistent-geneeskundige (thans: Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam); dr.M.H.Lequin en dr.S.G.F.Robben (thans: Academisch Ziekenhuis, afd. Radiologie, Maastricht), kinderradiologen.

Erasmus Universiteit, afd. Biomedische Statistiek en Epidemiologie, Rotterdam.

Dr.ir.W.C.J.Hop, epidemioloog-statisticus.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiologie, Amsterdam.

Dr.C.van Kuijk, radioloog.

Contact dr.R.R.van Rijn (r.r.vanrijn@amc.uva.nl)

Gerelateerd
Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties