Darmparasieten bij Afrikaanse asielzoekers: prevalentie en risicofactoren

Onderzoek
J.B. Westerhuis
T.G. Mank
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1497-501
Abstract

Samenvatting

Doel

De prevalentie bepalen van potentieel pathogene darmparasieten bij asielzoekers uit een hoogendemisch gebied en het identificeren van asielzoekersgroepen uit Afrika met een grote kans op het hebben van darmparasieten die mogelijk schadelijk zijn voor hun eigen gezondheid of voor die van hun omgeving.

Opzet

Prospectief.

Methode

In de periode januari 1996-mei 1999 werden 956 asielzoekers uit Afrika binnen 1 maand na binnenkomst in Nederland door een fecesonderzoek onderzocht op darmparasieten. Onafhankelijke variabelen voor de data-analyse waren geslacht, leeftijd en regio van herkomst.

Resultaten

Bij 40,6 van de 956 Afrikaanse asielzoekers ten zuiden en oosten van de Sahara werden potentieel pathogene darmparasieten gevonden. Bij 9,5 werden 2 en bij 0,9 3 verschillende darmparasieten aangetroffen. Het meest gevonden werd Trichuris trichiura (zweepworm: prevalentie 13,6), gevolgd door Entamoeba histolytica/dispar (8,8), mijnwormen (7,8), Schistosoma (7,0) en Giardia lamblia (5,0). G. lamblia was de meest voorkomende potentieel pathogene darmparasiet bij kinderen tot 13 jaar (19,0). Van de populatie uit West-Afrika had 15,6 een mijnworm en 12,8 een Schistosoma. Deze laatste twee worminfestaties kwamen 3 maal zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen.

Conclusie

Geslacht, leeftijd en regio van herkomst waren belangrijke indicatoren voor het soort darmparasiet. Op grond hiervan kan men risicogroepen selecteren voor screening op potentieel pathogene darmparasieten.

Auteursinformatie

Streeklaboratorium voor Volksgezondheid, Laboratorium voor parasitologie, Haarlem.

Dr.T.G.Mank, parasitoloog.

Contact Mw.J.B.Westerhuis (janna.westerhuis@hetnet.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties