CT-onderzoek is accurater dan echografie bij verdenking op appendicitis

Terasawa et al. deden een meta-analyse van alle Engels- en niet-Engelstalige literatuur om de accuratesse van CT en echografie (US) te bepalen voor de diagnose ‘appendicitis’ bij (jong)volwassenen.1 Van 316 studies voldeden 12 CT- (na 1994) en 14 US-studies (na 1988) aan de inclusiecriteria: patiënten > 14 jaar, geen zwangeren, prospectief onderzoek, chirurgisch-pathologische correlatie en adequate klinische follow-up.

CT had een hoge accuratesse, onafhankelijk van de gebruikte CT-techniek (wel of geen oraal contrast; i.v. contrast; spiraalscan): sensitiviteit: 0,94 (95-BI: 0,90-0,96); specificiteit: 0,95 (95-BI: 0,92-0,97). Echografie toonde een lagere accuratesse: sensitiviteit: 0,86 (95-BI: 0,83-0,88); specificiteit: 0,81 (95-BI: 0,78-0,84). De echografische onderzoeken vertoonden onderling inhomogeniteit: bij subanalyse voor patiënten ouder dan 18 jaar was de sensitiviteit 0,81 en de specificiteit 0,80. Een subanalyse van 4 onderzoeken waarbij CT geblindeerd werd vergeleken met echografie toonde eveneens betere sensitiviteit en specificiteit voor CT. In alle onderzoeken was er sprake van verificatiebias (als gevolg van chirurgie voor appendicitis), zodat de sensitiviteit te hoog geschat kan zijn. De meeste studies meldden niet of de onderzoekers geblindeerd waren voor klinische informatie (bijvoorbeeld laboratoriumuitslagen), waardoor de accuratesse overschat kan zijn. Verder varieerden de onderzochte populaties: percentage vrouwen: 40-84; prevalentie van appendicitis: 13-75; percentage patiënten zonder diagnose: 16-50. Ook was het aantal onderzochte patiënten vaak klein.

De auteurs concluderen dat, ondanks deze beperkingen, CT een betere positief en negatief voorspellende waarde heeft voor de diagnose ‘appendicitis’ dan echografie. Een kanttekening kan worden gemaakt: de meta-analyse toont inderdaad de hogere accuratesse van CT, maar gaat wel voorbij aan de rol die echografie naast CT kan hebben (mede vanwege stralingshygiëne). Echografie zou nog gebruikt kunnen worden als initieel onderzoek, wanneer beter gedefinieerd wordt wanneer dit onderzoek als niet-diagnostisch moet worden beschouwd. Echografie is diagnostisch: (a) als met zekerheid een appendicitis wordt gevonden, (b) als met zekerheid een normale appendix wordt getoond en (c) als met zekerheid een andere verklarende diagnose wordt gevonden (bijvoorbeeld salpingitis). In de overige, niet-diagnostische gevallen dient CT-onderzoek te volgen.