Controversen in de preventieve gezondheidszorg. II. De preconceptionele en prenatale zorg

Klinische praktijk
K. Schaapveld
R.A. Hirasing
W.F. Jol-Japin
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:64-8

Het reeds verschenen artikel uit deze serie is gepubliceerd op bl. 14.

In een vorig artikel in dit tijdschrift beschreven wij criteria voor de zinvolheid van preventieve programma's in de gezondheidszorg.1 Controversiële preventieve maatregelen tijdens de preconceptionele en prenatale periode staan in tabel 1. Hierbij gaat het om preventieprogramma's die beogen om congenitale of erfelijke afwijkingen bij het kind te voorkomen, om maatregelen ten behoeve van moeder èn kind, en om een interventie om na de bevalling ziekte bij het kind te voorkomen.

Het controversiële karakter van deze preventieprogramma's berust op de volgens sommigen onvoldoende doeltreffendheid ervan (a, d, f, g en h in tabel 1), op te hoge materiële en (of) immateriële kosten in vergelijking met de opbrengst (b, c, d en e), op de moreel-ethische toelaatbaarheid (b en c) en op onenigheid over de technische uitvoering (h).

Het is zeker mogelijk om tabel 1 nog…

Auteursinformatie

Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

Dr.K.Schaapveld, sociaal-geneeskundige; dr.R.A.Hirasing, kinderarts en jeugdarts.

W.F.Jol-Japin, verloskundige te Ridderkerk, vice-voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Verloskundigen.

Contact dr.R.A.Hirasing

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties