Complicaties na liposuctie

Opinie
C.M.A.M. van der Horst
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:2405-6
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2430.

In hun casuïstische mededeling over necrotiserende fasciitis na liposuctie gaan Klein Nagelvoort et al. uitgebreid in op alle aspecten van pathogenese, diagnostiek en behandeling van dit ziektebeeld.1 Meerdere malen wijzen zij op de noodzaak van snelle en adequate diagnostiek, gezien het doorgaans fulminante beloop van het ziektebeeld. Dit ziektebeeld kan vóórkomen bij zowel volwassenen als bij kinderen (na varicella), bij vooraf gezonden, maar vooral bij mensen met een verlaagde weerstand (diabetes mellitus, immunosuppressie, congestieve hartziekte, maligniteit of ondervoeding).2-5 De meeste patiënten melden zich met een verlaagd bewustzijn en tekenen van systemische toxiciteit.

De beschreven patiënte onderging liposuctie in een privé-kliniek. Niet duidelijk is hoe de nazorg geregeld was. Heeft patiënte in de drie dagen die voorafgingen aan opname in Universitair Medisch Centrum Utrecht contact gezocht met haar behandelend arts? Naar verwachting moet zij veel pijn gehad hebben. Het gebruik van…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Plastische Chirurgie, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Mw.prof.dr.C.M.A.M.van der Horst, plastisch chirurg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Eindhoven, maart 2003,

Uit het commentaar van Van der Horst (2002:2405-6) naar aanleiding van de casuïstische mededeling van Klein Nagelvoort et al. over een desastreus verlopen liposuctiebehandeling (2002:2430-5) komt de vraag naar voren welke normen gesteld moeten worden aan het veilig uitvoeren van liposuctie en tevens of liposculptuur wel veilig uitgevoerd kan worden in een privé-kliniek.

Voor een goede interpretatie van de literatuur omtrent de risico's is het van belang te weten dat de moderne vorm van liposuctie (liposculptuur) op twee manieren uitgevoerd kan worden, namelijk al of niet onder narcose. Er wordt gebruikgemaakt van een tumescentieoplossing, die bestaat uit fysiologisch zout of Ringer-lactaat, met daaraan toegevoegd een kleine hoeveelheid epinefrine (1:100.000) en zo nodig lidocaïne (0,05-0,1%). Bij een goed uitgevoerde tumescentieliposculptuur blijft het bloedverlies beperkt tot 10-20 ml (1-2%) per liter weggezogen materiaal.1

In een retrospectief onderzoek dat de American Society of Aesthetic Plastic Surgery in 1998 onder haar leden uitvoerde naar het aantal doden na liposuctie (alle vormen, ook de klassieke vorm zonder tumescentievloeistof), in de periode 1994-1998, werden ongeveer een half miljoen procedures betrokken.2 Daarbij werd een sterfterisico gevonden van 19,1 per 100.000 behandelingen. De belangrijkste doodsoorzaken waren: trombo-embolie (23%), vetembolie (8,5%), cardiopulmonaal falen (5%), ernstige infecties (5%) en bloedingen (5%). Van de calamiteiten werd 25% veroorzaakt door medicatiegebruik ten behoeve van algehele anesthesie dan wel ‘sedatie’-anesthesie, of door abdominale perforaties; deze laatste kwamen uitsluitend voor bij patiënten onder narcose met spierverslapping. Factoren die het risico bleken te verhogen waren: gebruik van excessieve hoeveelheden vloeistof met lokale anesthesie, excessieve hoeveelheden verwijderd vet, gelijktijdig uitvoeren van andere niet aan liposuctie gerelateerde procedures en een slechte algemene conditie van de patiënt.

In een onderzoek dat zich richtte op tumescentieliposculptuur werden retrospectief 15.336 casussen betrokken.3 Daarbij werden geen doden geregistreerd. In een onderzoek in opdracht van de American Academy of Cosmetic Surgery in 1998 werd het sterfterisico bij tumescentieliposculptuur voor de Amerikaanse situatie geschat op 2,4 doden per 100.000 behandelingen.4

In onze privé-kliniek gelden protocollair de volgende normen voor tumescentieliposculptuur: uitsluitend behandeling onder lokale anesthesie, uitsluitend bij patiënten die vallen onder klasse 1 van de American Society of Anesthesiologists, hoeveelheid tumescentievloeistof maximaal 2-3 l (afhankelijk van het lichaamsgewicht van de patiënt), te verwijderen hoeveelheid vet maximaal 2,5 l, maximale duur van de suctie 1 uur. In de laatste 3 jaar werden op basis van dit protocol door 4 dermatologen 2245 patiënten behandeld; daarbij werd bij 1 patiënt wondinfectie gezien, die met amoxicilline-clavulaanzuur adequaat behandeld kon worden zonder verdere morbiditeit. Er werden geen gevallen van lidocaïne-intoxicatie, vetembolie of trombose geconstateerd.

Indien deze grenzen gehanteerd worden en de juiste randvoorwaarden in faciliteiten en personeel aanwezig zijn, zijn op grond van de gegevens uit de medische literatuur de risico's van tumescentieliposculptuur gering en kan mijns inziens deze techniek veilig in dagbehandeling in een privé-kliniek worden uitgevoerd.

P.J. Velthuis
Literatuur
  1. Tsai RY, Lai CH, Chan HL. Evaluation of blood loss during tumescent liposuction in Orientals. Dermatol Surg 1998;24:1326-9.

  2. Grazer FM, Jong RH de. Fatal outcomes from liposuction: census survey of cosmetic surgeons. Plast Reconstr Surg 2000;105:436-46.

  3. Hanke CW, Bernstein G, Bullock S. Safety of tumescent liposuction in 15,336 patients. National survey results. Dermatol Surg 1995;21:459-62.

  4. Jackson RF, Dolsky RL. Liposuction and patient safety. Am J Cosmet Surg 1999;16:21-3.