Collusie ('neurotische ritssluiting'); een bijzondere vorm van gestoorde partnerrelatie

Klinische praktijk
L.H. Levie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:780-2

Inleiding

De arts die zich openstelt voor de noden van zijn patiënten zal gaandeweg ook als vertrouwensman gaan fungeren bij huwelijks- en gezinsproblemen. Dikwijls berusten deze op neurotische reacties van één of van beide deelgenoten. Waar men in de eerste plaats binnen een partnerrelatie bij de ander medewerking, begrip, hulp, steun en troost mag verwachten, zal het uitblijven daarvan of het inadequaat reageren op deze verwachting op den duur tot negatieve veranderingen leiden in het onderlinge gedrag; het zal eventueel ook de seksuele functies beïnvloeden. Mede omdat continue echtelijke disharmonie ongunstige reacties bij de andere gezinsleden kan teweegbrengen, is in dergelijke gevallen een verwijzing naar een psychotherapeut zeker te overwegen.

In dit artikel wordt de aandacht gevestigd op een bijzondere vorm van neurotische interactie tussen twee (huwelijks)partners die zich beiden ongelukkig gevoelen in deze relatie, doch desondanks niet van elkaar los kunnen komen.1-3 Dit wordt dan gemotiveerd met diverse…

Auteursinformatie

L.H.Levie, arts-seksuoloog, Haringvlietstraat 28, 1078 KD Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

W.W.
van der Schaar

Amsterdam, mei 1992,

Met belangstelling las ik het artikel van Levie (1992;780-2). Hiervoor wordt een therapie waaraan beide partners deelnemen als absolute vereiste gezien om de relatie weer gezond te maken. Deze aanbeveling zou ik niet alleen van harte willen ondersteunen, maar ik zou deze vorm van psychotherapie, naast eventuele somatische therapie, willen uitbreiden naar alle chronische klachten, ongeacht de aard ervan. Hoe langer een klacht bestaat, hoe meer gedragscomponenten deel gaan uitmaken van die klacht en hoe groter het netwerk van interactiepatronen wordt tussen patiënt, partner (gezin) en omgeving. Dit is vooral duidelijk te zien bij patiënten met chronische pijn- en (of) jeukklachten. Ook hier geldt dat de reactie van de partner op de klacht van de patiënt inzicht biedt in de dynamiek van de chronische aard van de klacht. Wanneer de therapie tot de patiënt beperkt blijft, wordt deze inadequaat geholpen.

Mutatis mutandis is gezinstherapie geïndiceerd wanneer één der gezinsleden chronische klachten heeft.

W.W. van der Schaar