Behandeling van recidiverende Clostridium difficile-geassocieerde diarree met een suspensie van donorfeces

Onderzoek
M. Nieuwdorp
E. van Nood
P. Speelman
H.A. van Heukelem
J.M. Jansen
C.E. Visser
E.J. Kuijper
J.F.W.M. Bartelsman
J.J. Keller
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1927-32
Abstract

Samenvatting

Doel

Het effect onderzoeken van behandeling van recidiverende Clostridium difficile-geassocieerde diarree (CDAD) met een suspensie van donorfeces.

Opzet

Ongecontroleerd interventioneel onderzoek.

Methode

Patiënten met tenminste twee bewezen recidieven van CDAD werden geïncludeerd in de studie, maar alleen nadat zij eerder adequaat antibiotisch behandeld waren, en tenminste één van de eerdere recidieven met een vancomycineafbouwschema behandeld was. Familieleden of vrijwilligers traden op als donor van de feces. Zij werden allen van tevoren onderzocht op de aanwezigheid van hiv, hepatitis B- en C-virus, en acute cytomegalie- en epstein-barrvirusinfectie. De donorfeces werden onderzocht op de aanwezigheid van C. difficile, Yersinia, Campylobacter, Shigella, Salmonella en parasieten. Voor de infusie met donorfeces werden de patiënten behandeld met vancomycine 500 mg 4 dd gedurende 4 dagen, gevolgd door colonlavage. De suspensie van 150 g donorfeces, opgelost in 300-400 ml NaCl-oplossing, werd via een duodenumsonde in het jejunum of via colonoscopie in het coecum geïnfundeerd.

Resultaten

Er werden 7 CDAD-patiënten geïncludeerd en behandeld, onder wie 2 met de hypervirulente C. difficile-stam PCR-ribotype 027, toxinotype III. Bij 5 patiënten normaliseerde het ontlastingspatroon vrijwel meteen na de behandeling en waren de uitslagen van kweken en toxinetest voor C. difficile bij herhaling negatief. Bij de overige 2 was, na het herhalen van de infusie met feces van een andere donor, de behandeling ook succesvol.

Conclusie

Behandeling met donorfeces lijkt veelbelovend voor patiënten die, ondanks adequate therapie, meerdere recidieven krijgen, en zou in de toekomst van waarde kunnen zijn tijdens (lokale) epidemieën met de PCR-ribotype 027-stam. Een landelijke gerandomiseerde studie (FECAL-trial) is geïnitieerd om de effectiviteit van deze behandeling vast te stellen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1927-32

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Inwendige Geneeskunde: hr.dr.M.Nieuwdorp (thans: University of California, Department of Cellular and Molecular Medicine, San Diego, VS) en mw.drs.E.van Nood, artsen in opleiding tot internist; hr.prof.dr.P.Speelman, internist.

Afd. Medische Microbiologie: mw.dr.C.E.Visser, arts-medisch microbioloog.

Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, C2-329: hr.prof.J.F.W.M.Bartelsman, maag-darm-leverarts; hr.dr.J.J.Keller, arts in opleiding tot maag-darm-leverarts.

Slotervaartziekenhuis, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Amsterdam.

Hr.dr.H.A.van Heukelem, maag-darm-leverarts.

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Amsterdam.

Hr.dr.J.M.Jansen, maag-darm-leverarts.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Medische Microbiologie, Leiden.

Hr.dr.E.J.Kuijper, arts-microbioloog.

Contact hr.dr.J.J.Keller (j.j.keller@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties