Behandeling op de IC: stoppen of doorgaan?

Klinische praktijk
Claudia Savelkoul
Nienke de Graeff
Erwin J.O. Kompanje
Dave H.T. Tjan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9694
Abstract

Dames en Heren,

Jaarlijks overlijdt ongeveer 11% van de ruim 80.000 patiënten op een Nederlandse Intensive Care (IC).1 Dit hoge sterftecijfer weerspiegelt de ernst van ziekte in de patiëntenpopulatie op de IC. Bij ongeveer 80% van deze sterfgevallen wordt het overlijden van de patiënt voorafgegaan door een cruciaal besluit om de levensverlengende therapie te staken en over te gaan op palliatieve zorg.2,3 Aan de hand van een casus willen we stapsgewijs illustreren hoe het IC-team, bij voorkeur in samenspraak met de naasten, in dit proces tot een weloverwogen besluit komt.

Patiënt A, een 62-jarige weduwnaar die bekend was met atriumfibrilleren en beginnend hartfalen, werd opgenomen na een fractuur van zijn rechter collum femoris voor de plaatsing van een kop-halsprothese. Bij opname werden geen behandelbeperkingen afgesproken. Op de verpleegafdeling ontstond onverwacht een groot acuut myocardinfarct met ventrikelfibrilleren, waarop patiënt gereanimeerd werd. Na een succesvolle reanimatie, waarbij de circulatie…

Auteursinformatie

Ziekenhuis Gelderse Vallei, afd. Intensive Care, Ede.

Drs. C. Savelkoul en drs. N. De Graeff, aniossen; drs. D.H.T. Tjan, anesthesioloog-intensivist.

Erasmus Medisch Centrum, afd. Intensive Care, Rotterdam.

Dr. E.J.O. Kompanje, klinisch ethicus.

Contact drs. C. Savelkoul (csavelkoul@gmail.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Claudia Savelkoul ICMJE-formulier
Nienke de Graeff ICMJE-formulier
Erwin J.O. Kompanje ICMJE-formulier
Dave H.T. Tjan ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Beste auteurs,

mijn complimenten voor het interessante, heldere artikel. Beslissingen rondom het levenseinde zijn vaak complex. Goed om hier, door middel van een casus, de aandacht op te vestigen.

Toch een kritische noot over de besluitvorming. Onder het kopje ‘Wie beslist?’ staat, ‘In deze situatie is het aan de intensivist om een weloverwogen besluit te nemen.’ Ik denk dat het beslissen over ethische dilemma’s niet een individuele, maar bij voorkeur een teambeslissing is, waarbij ook verpleegkundigen, arts-assistenten, en paramedici betrokken worden. Dit in goed overleg met de familie.

Een veelgebruikt format om ethische dilemma’s te bespreken is het moreel beraad. Een moreel beraad is een gestructureerde vergadering onder leiding van een getrainde gespreksleider. Het besluit (wel-niet staken van de behandeling) wordt in het beraad gemotiveerd vanuit onderliggende normen en waarden. Een waarde om doorbehandelen te onderbouwen is bijvoorbeeld ‘nabijheid’, door familie in staat te stellen afscheid te nemen. Een waarde om staken van de behandeling te onderbouwen kan zijn ‘berusting’, door niet tegen de klippen op behandelen.

Het is goed te beseffen dat welke keuze je ook maakt, er altijd een vorm van morele schade kan optreden, zoals een ontstemde familie bij het staken van de behandeling. Je zult ook een strategie moeten bedenken hoe deze schade te minimaliseren.

Uiteraard moet voor een goed lopend beraad, behalve aan de gespreksleider, nog aan een aantal andere randvoorwaarden worden voldaan. Hiervoor wordt verwezen naar het boek ‘In gesprek blijven over goede zorg’ onder redactie van Hans van Dartel en Bert Molewijk. Belangrijk is dat er voldoende draagvlak binnen de organisatie is.

Mijn brief is vooral bedoeld als stimulans om aan ethiek te doen.

Vriendelijke groet,

Bas ter Meulen, neuroloog

Voorzitter commissie ethiek

OLVG Amsterdam