Bedenkingen op 30.000 voet

Clément Huysentruyt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B932

artikel

‘Coffee, tea?’, het welbekende adagium van de stewardess komt stilaan mijn kant op en ik verheug me op heerlijk geurende koffiedampen. Ik geef toe dat vliegtuigkoffie niet altijd geslaagd is, maar wat ik van de stewardess met – ik schat – Oost-Europese roots, inclusief hoge jukbeenderen en smetteloos bleke huid, voorgeschoteld krijg, kan er zeker mee door.

We vliegen over Bagdad. Ik kan tussen het onverwacht ordelijk stratenpatroon vanaf 10.000 meter hoogte een imposant monument onderscheiden dat ik herken uit een van de vele documentaires over het Iraakse conflict. Of zou het beroepsmisvorming zijn om uit de zanderige stadsmassa zo snel mogelijk de vreemde eend eruit te halen? Wat Google-speurwerk nadien leert me dat het om het Al Shaheed-monument gaat. Het bestaat uit 2 reusachtige, turkooise koepels die door Saddam Hoessein himself zijn opgetrokken om de Iraakse soldaten te herdenken die tijdens de Iran-Irakoorlog gesneuveld zijn. Via het noorden van Irak vliegen we over het rijk van de Koerden richting Turkije. Spectaculaire besneeuwde en ongerepte berglandschappen worden gedramatiseerd door dreigende wolkenconfiguraties. Prachtig! Maar ik ben blijkbaar de enige die het uitzicht weet te waarderen. De vliegtuigcabine is erg donker geworden omdat nagenoeg alle passagiers het gordijn voor het vliegtuigraampje dichtgeschoven hebben om de laatste Hollywoodsensatie op het televisieschermpje voor zich beter te kunnen zien. Jammer. Ik blijf koppig door mijn raampje kijken.

Het turen naar de eindeloze blauwe luchten zet me, of ik het nu wil of niet, ook aan het denken. Of ik altijd patholoog had willen worden? Wel, toen ik in 1999 aan mijn geneeskundestudie begon, had ik geen flauw idee dat er ook maar zo iemand als een patholoog bestond. Nee, ik dacht de grote wereldverbeteraar te worden die naar ontwikkelingslanden zou trekken. Mijn ouders hadden gelijk dat dat nog wel zou veranderen. Mijn bewondering voor degene die het wel doen, is er alleen maar groter op geworden. Wat me dan wel tot pathologie heeft aangezet? De klik is best vroeg in de opleiding gekomen. Ik herinner me dat we in het eerste jaar al enorm veel histologie kregen. Hoe elk orgaan er microscopisch uitzag, werd er met vrij harde hand ingedreund. We moesten zelfs continu tekeningetjes maken van wat we door de microscoop zagen. En toch was ik gelijk verkocht! Als je weet wat een orgaan precies doet, snap je perfect waarom die ene cel trilharen heeft of die andere cel korrels in het cytoplasma. Nog mooier wordt het als je door het kijken door een microscoop kunt uitleggen, wat er precies verkeerd is met een patiënt en wat er aan gedaan kan worden. Soms is het lang speuren, maar de voldoening als je ’t gevonden hebt, is er zeker. Net zoals wanneer je plots dat Iraakse monument herkent vanuit je luie zetel op 10.000 meter hoogte.

Ook interessant

Reacties