Beademing bij neuromusculaire ziekten: niet te vroeg beginnen, maar zeker niet te laat

Klinische praktijk
R.G. van Kesteren
M.J. Kampelmacher
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1249-52
Abstract

Dames en Heren,

Onder respiratoire insufficiëntie verstaat men het tekortschieten van de gaswisselingsfunctie van de longen, zich uitend in gestoorde bloedgaswaarden. Men onderscheidt hierbij respiratoire insufficiëntie type I of longinsufficiëntie, waarbij alleen hypoxemie bestaat, en respiratoire insufficiëntie type II of adempompinsufficiëntie, waarbij zowel hypoxemie als hypercapnie aanwezig is. Men spreekt van chronische respiratoire insufficiëntie als de stoornis enige weken bestaat. Er zijn vier mechanismen waardoor pompfalen kan ontstaan: (a) centrale stoornis (idiopathische centrale hypoventilatie; Arnold-Chiari-malformatie), (b) een stoornis in de prikkeloverdracht (dwarslaesie, amyotrofische lateraalsclerose, poliomyelitis), (c) verminderde kracht van de ademmusculatuur (spierdystrofieën, myopathieën) of (d) een verhoogde ventilatoire belasting (longziekten; thoraxwandmisvormingen).1

De behandeling van chronisch respiratoire insufficiëntie is in de regel symptomatisch en kan naast medicamenten en fysiotherapie ook een aantal aanvullende maatregelen omvatten zoals onderhoudsbehandeling met zuurstof thuis, behandeling met continue overdruk in de luchtwegen (‘continuous positive airway pressure’) of chronische intermitterende beademing. De aard van deze maatregel(en)…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum, Centrum voor Thuisbeademing, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Dr.R.G.van Kesteren en dr.M.J.Kampelmacher, internisten-intensivisten.

Contact dr.R.G.van Kesteren

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties