artikel
‘Charly-16, hier de Centrale. In La Mina slaat een 30-jarige agressieve, verwarde man de boel kort en klein. Mogelijk zijn er alcohol en drugs in het spel. De politie is al ingeschakeld, ze staan je op te wachten.’ Nee toch, ik moet naar La Mina, het gevaarlijkste gebied van Barcelona. Enkele collega’s hadden me al gewaarschuwd voor de nachtelijke visites in deze sociale achterstandsbuurt. Krantenkoppen luiden: ‘wijk zonder wetten’. Waarom stuurt de Centrale geen mannelijke collega?
Scooters van de politie blokkeren de straat. Ook een ambulance staat klaar. De patiënt, señor Yassin, scheldt en slaat in de rondte. Ondanks het nachtelijke uur bekijken nieuwsgierige buurtbewoners vanaf hun balkon het spektakel. De eigenaar van de lokale tapasbar probeert zijn woeste buurman tevergeefs te sussen. Vier agenten gehuld in indrukwekkende uniformen zijn met elkaar in discussie en wijzen naar señor Yassin. Ook uit hún walkies gaan de codes en Spaanse stemmen over en weer. Ik stap op ze af en vraag wat er precies aan de hand is. Eén van hen draait zijn hoofd naar me om. Hij vraagt me, in het Catalaans, ongeduldig wie ik dan wel niet mag zijn. Dat kan hij toch zien aan mijn oranje koffer op wielen? Ik recht mijn rug en stel me voor als de dokter op wie ze staan te wachten. Ik vraag beleefd of ze de overdracht in het Spaans willen doen. Dan ontdooien de andere agenten. Ze stamelen verward wat excuses en leggen me de situatie uit. Ik moet señor Yassin ‘vervoerbaar’ maken of wel, ik moet hem platspuiten. Dat heb ik nog nooit gedaan. Ik vouw de rol met medicatie open. De flesjes metamizol schitteren me toe. Zoals blijkt uit de hoeveelheid die de artsenkoffer herbergt, zijn de Spanjaarden niet bang voor dit medicijn, dat in Nederland allang uit de markt is gehaald. Dan zie ik wat ik nodig heb, midazolam en haldol. Bloeddruk, pols en saturatie zijn goed. De agenten houden de geautomutileerde armen van señor Yassin stevig vast en geven me dan het teken klaar te zijn. Ik stel señor Yassin gerust en spuit tussen zijn littekens door. Hij draait zijn ogen opzij en even slaat de schrik toe: ik zou hem toch niet te veel hebben toegediend? Dan opent hij zijn ogen, kijkt glazig voor zich uit en brabbelt onverstaanbaar, terwijl hij op de brancard ligt. De ambulancebroeders starten de wagen en de agenten kunnen de straat weer deblokkeren. Mijn dienst zit er inmiddels op. Ik schuif aan op het terras bij mijn vrienden, mijn tranquillizer staat klaar: salud!
Reacties