Automutilerende puber beïnvloedt ouders en vice versa

Nienke Fleuren
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:C2673

artikel

De manier waarop ouders de opvoeding vormgeven heeft invloed op het vóórkomen van automutilatie bij pubers. Andersom verandert dit zelfbeschadigende gedrag ook weer de manier waarop ouders hun puber behandelen. Dat blijkt uit cijfers van de Vlaamse JOnG!-studie (Child Adolesc Psychiatry Ment Health. 2015;9:24).

In een cohort Vlaamse 12-jarigen zochten Imke Baetens (KU Leuven) en haar collega’s naar de relatie tussen ouderlijk gedrag en zelfbeschadiging bij hun kinderen. Aan de kinderen vroegen ze of ze zichzelf ooit opzettelijk verwond hadden zonder de bedoeling daaraan dood te gaan. Ook de ouders werd gevraagd of het kind dergelijk gedrag vertoonde. Daarnaast beantwoordden de ouders vragen over hun opvoedgedrag. Op basis daarvan bepaalden de onderzoekers of de ouders vooral steunend waren of juist controlerend. Op 13- en 14-jarige leeftijd werden de vragen opnieuw gesteld.

Van de 533 kinderen die de vragenlijst 3 maal volledig invulden, had 10,7% ooit geautomutileerd; twee derde van de ouders wist dit niet. Als de ouders bij de eerste meting vooral steunend waren, was er een jaar later minder risico op zelfbeschadiging bij het kind. Ouders van kinderen die automutileerden op 13-jarige leeftijd zeiden een jaar later zowel steunender als controlerender te zijn. Als het automutilerende gedrag op 14-jarige leeftijd echter nog steeds aanwezig was, waren de ouders op dat moment minder steunend en stelden zij minder regels. Ouderlijk gedrag kan dus een voorspellende waarde hebben voor non-suïcidale automutilatie, maar ook een gevolg daarvan zijn.

De onderzochte automutilatie komt overigens niet overeen met de DSM-5-criteria van ‘nonsuicidal self-injury’, die meer omvatten. Er werd bijvoorbeeld niet gevraagd hoe vaak de pubers zichzelf beschadigden en of ze dit deden om een negatieve emotie kwijt te raken of een positief gevoel te krijgen. Ook de relatie met ander probleemgedrag of psychiatrische diagnoses bleef in dit onderzoek buiten beschouwing. Meer nog dan voor psychiaters zijn de resultaten daarom relevant voor hulpverleners die pubers uit de algemene populatie zien, en hun ouders.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties