Analyse van gal en galstenen bij 116 patiënten met symptomatische cholelithiasis

Onderzoek
K.J. van Erpecum
G.P. van Berge Henegouwen
B. Stoelwinder
M.F.J. Stolk
W.F. Eggink
W.H.A. Govaert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:116-20
Abstract

Samenvatting

Wij onderzochten de galblaasgal en de galstenen van 116 patiënten die wegens symptomatische cholelithiasis cholecystectomie ondergingen. De meeste patiënten waren vrouwen met cholesterolstenen. Alle 33 patiënten jonger dan 50 jaar hadden cholesterolstenen. Van de oudere patiënten had 40 evenwel pigmentstenen. Wij vergeleken de betrouwbaarheid voor de differentiatie tussen cholesterol- en pigmentsteenpatiënten van drie op gal uitgevoerde tests: de bepaling van de cholesterolsaturatie-index, het onderzoek van verse galblaasgal op cholesterol-mono-hydraatkristallen en de bepaling van de nucleatietijd in geültrafiltreerde galblaasgal. Alleen het onderzoek van verse galblaasgal op de aanwezigheid van cholesterolkristallen bleek specifiek en redelijk sensitief voor cholesterol-cholelithiasis te zijn, ongeacht de geconcentreerdheid van de gal.

Bij 16 patiënten (10 met cholesterolstenen en 6 met pigmentstenen) werd voor cholecystectomie duodenaalsondage verricht. Cholesterolkristallen werden in de duodenale gal van 7 van de cholesterolsteenpatiënten, doch bij geen van de pigmentsteenpatiënten aangetroffen. Dit onderzoek zou mogelijk een rol kunnen spelen bij de patiëntenselectie voor niet-operatieve therapie van cholelithiasis. Alleen patiënten met cholesterolstenen komen voor deze behandelingswijze in aanmerking.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Maag-, darm- en leverziekten, Postbus 85500, 3508 GA Utrecht.

Ziekenhuis Rijnstate-G.Z., Arnhem.

Afd. Interne Geneeskunde: mw.B.Stoelwinder, analist; M.F.J.Stolk, medisch student.

Afd. Chirurgie: dr.W.F.Eggink en dr.W.H.A.Govaert, chirurgen.

Contact K.J.van Erpecum, internist

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rijswijk, februari 1990,

Met veel belangstelling heb ik kennis genomen van het artikel van collegae Van Erpecum et al. (1990;116-20). In het artikel wordt beschreven dat zorg werd gedragen na opening van de buikholte de gal uit de galblaas compleet te aspireren teneinde effecten van stratificatie te vermijden. Welke effecten zijn dat? Tevens zou ik willen weten of de auteurs een verklaring hebben voor het feit dat 15% van de patiënten met goed geconcentreerde gal- en cholesterolgalstenen een nucleatietijd had die langer was dan 20 dagen, in tegenstelling tot de veronderstelling dat gal van patiënten met galstenen wel binnen 20 dagen zou nucleëren.

P.A.W. Edgar

Utrecht, maart 1990,

Collega Edgar gaat in op het belang van complete aspiratie van gal uit de galblaas. Hierdoor kunnen de effecten van stratificatie (‘laagvorming’ van gal in de galblaas met verschillende samenstelling van de gal op diverse plaatsen in de galblaas) vermeden worden.

Hoewel 85% van onze patiënten met cholesterolstenen en goed geconcentreerde galblaas-gal een korte nucleatietijd voor cholesterolkristallen had, was dit bij 15% van de patiënten met cholesterolstenen niet het geval (1990;116-20). Vooral patiënten met solitaire cholesterolstenen hebben vaak een lange nucleatietijd.1 Mogelijk verklaart deze bevinding het verschil in recidiefgalstenen na aanvankelijk succesvolle niet-chirurgische therapie tussen patiënten met solitaire en multipele cholesterolgalstenen.

K.J. van Erpecum
G.P. van Berge Henegouwen
H. Obertop
M.F.J. Stolk
A. Vos
Literatuur
  1. Erpecum KJ van, Berge Henegouwen GP van, Stoelwinder B, Schmidt YMG, Willekens FLH. Bile concentration is a key factor for nucleation of cholesterol crystals and cholesterol saturation index in gallbladder bile of gallstone patients. Hepatology 1990; 11: 1-6.