Hoewel adrenaline – ‘epinephrine’ genoemd in de Angelsaksische landen – al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw een vaste plaats heeft in de reanimatierichtlijnen,1 blijft de vraag of dit terecht is. Er is nooit duidelijk bewijs geleverd dat intraveneuze of intraossale toediening van adrenaline tijdens reanimaties een betere uitkomst geeft. En dit is opmerkelijk, omdat de voordelen van adrenaline zo voor de hand lijken te liggen.
Eind 19e eeuw werd adrenaline voor het eerst uit de bijnier geëxtraheerd. Al snel werd duidelijk dat deze stof de circulatie kon herstellen bij proefdieren met een lage bloeddruk. Ook bleek bij proefdieren dat de vasoconstrictie van arteriolen, gemedieerd door α-adrenerge receptoren, leidde tot een hogere coronaire doorbloeding tijdens borstcompressies, wat weer vaker leidde tot herstel van de spontane circulatie.2-4
Al gauw deed adrenaline dan ook haar intrede in de geneeskunde en werd de stof onder meer gebruikt tijdens reanimaties…
Reacties