Sarcopenie: screening en diagnose

Klinische praktijk
Marjolein Visser
Laura A. Schaap
J.S.M. (Hans) Hobbelen
Stany Perkisas
Walther M.W.H. Sipers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3824
Abstract

Dames en Heren,

De term sarcopenie werd in 1989 voor het eerst gebruikt om het verlies van spiermassa bij veroudering aan te duiden. In de afgelopen decennia is het concept verbreed en worden naast de spiermassa ook de spierkracht en het fysiek functioneren gemeten om sarcopenie vast te stellen. Waarom is het belangrijk om sarcopenie te herkennen?

Sarcopenie gaat gepaard met een verhoogd risico op vallen en fracturen, kwetsbaarheid, functionele beperkingen, verlies van zelfstandigheid, langdurige opname in een zorginstelling en vroegtijdig sterfte. Het leidt daardoor tot hogere zorgkosten. Sarcopenie – afkomstig van de Griekse woorden sarx (‘vlees’) en penia (‘tekort’, ‘gebrek’) – ontstaat door veroudering (primaire sarcopenie) of door, met name inflammatoire, aandoeningen (secundaire sarcopenie). Daarnaast dragen lichamelijke inactiviteit, sedentair gedrag en onvoldoende inname van energie en eiwit bij aan het ontstaan.

In deze klinische les zetten we de screening op en diagnose van sarcopenie uiteen volgens de nieuwste Europese definitie van de European Working Group on Sarcopenia in Older Persons 2 (EWGSOP2).1 Wij hopen hiermee de actieve opsporing en behandeling van sarcopenie in de klinische praktijk te bevorderen.

Patiënt A, een 81-jarige man, wordt verwezen naar de polikliniek Geriatrie in verband met vermoeidheid. Hij heeft diabetes mellitus type 2, die goed is gereguleerd met metformine…

Auteursinformatie

Vrije Universiteit Amsterdam, faculteit der Bètawetenschappen, afd. Gezondheidswetenschappen, Amsterdam: prof.dr.ir. M. Visser, voedingswetenschapper en epidemioloog; dr. L.A. Schaap, medisch bioloog. Hanzehogeschool Groningen, Groningen: dr. J.S.M. Hobbelen, fysiotherapeut en bewegingswetenschapper. Universiteit Antwerpen, faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, afd. ELIZA, Antwerpen, België: dr. S. Perkisas, geriater (tevens: Ziekenhuis Netwerk Antwerpen). Zuyderland Medisch Centrum, Sittard/Geleen: drs. W.M.W.H. Sipers*, klinisch geriater (tevens: Universiteit Maastricht, afd. Humane Biologie).

*Namens de SARC-F groep

Contact M. Visser (m.visser@vu.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Prof.dr.ir. M. Visser is lid van de European Working Group on Sarcopenia in Older People 2(EWGSOP2)-schrijfgroep.

Auteur Belangenverstrengeling
Marjolein Visser ICMJE-formulier
Laura A. Schaap ICMJE-formulier
J.S.M. (Hans) Hobbelen ICMJE-formulier
Stany Perkisas ICMJE-formulier
Walther M.W.H. Sipers ICMJE-formulier
Medicalisering van dagelijks bewegen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Arnoud
van den Eerenbeemt

‘Het spierzwind’? ‘Der Muskelschwund' is gangbaar Duits voor ‘sarcopenie, spieratrofie’. Daarin zijn te herkennen ‘het zwin’, waarin water wegloopt/verdwijnt, en nog ouder 'het zwind' voor ‘uittering, verdwijning’. Het verouderde werkwoord ‘zwinden’ betekent ‘verdwijnen, uitteren’. Vroeger duidde men longtuberculose (‘tering’) aan met ‘de zwijnende ziekte’.

Arnoud van den Eerenbeemt, medisch terminoloog