Een zuigeling met persisterende icterus

Klinische praktijk
Marein Schimmel
C.M. Frank Kneepkens
Tim J.G. de Meij
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3691
Abstract
Download PDF

Samenvatting

Achtergrond

Bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus moet neonatale cholestase worden uitgesloten, ook wanneer het een borstgevoede zuigeling betreft. Ontkleurde ontlasting is een alarmsymptoom en vereist direct aanvullende diagnostiek naar neonatale cholestase.

Casus

Wij beschrijven de casus van een 5 weken oud meisje van Chileense afkomst bij wie een geconjugeerde hyperbilirubinemie wordt vastgesteld. De icterus was mogelijk al direct na de geboorte ontstaan, maar vanwege de donkere huidskleur niet als zodanig herkend. Wel waren de sclerae geel van kleur. Volgens de ‘Ontlasting kleurenkaart’ was de ontlasting ‘ontkleurd’. De bevindingen van het histologisch onderzoek van een leverbiopt pasten bij de diagnose ‘galgangatresie’, waarvoor een hepatoporto-enterostomie volgens Kasai werd uitgevoerd.

Conclusie

Neonatale cholestase is altijd pathologisch en vereist verder onderzoek. Bij zuigelingen met een donkere huidskleur kan de icterus van de huid soms lastig te zien zijn; bij hen geeft inspectie van de sclerae uitsluitsel.

Kernpunten
  • Bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus moet neonatale cholestase worden uitgesloten.
  • Neonatale cholestase is altijd pathologisch, ook wanneer de ontlasting van de zuigeling gekleurd is.
  • Ontkleurde ontlasting is een alarmsymptoom en vereist direct aanvullende diagnostiek naar neonatale cholestase.
  • Bij zuigelingen met een donkere huidskleur kan de icterus van de huid soms lastig te zien zijn; bij hen geeft inspectie van de sclerae uitsluitsel.
  • De ‘Ontlasting kleurenkaart’ vergemakkelijkt de differentiatie tussen ontkleurde (afwijkende) en gekleurde (niet-afwijkende) ontlasting.

artikel

Inleiding

Geelzucht bij pasgeborenen die voortduurt tot na de tweede levensweek (icterus prolongatus) komt frequent voor en betreft meestal borstvoedingsicterus, de onschuldige ongeconjugeerde hyperbilirubinemie bij borstgevoede zuigelingen. Als meer dan 20% van de totale hoeveelheid bilirubine in het serum geconjugeerd is, spreekt men van neonatale cholestase en moet altijd naar de oorzaak gezocht worden. Bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus moet neonatale cholestase uitgesloten worden door bepaling van de serumconcentraties van het totale en het geconjugeerde bilirubine. Bij een pasgeborene met ontkleurde ontlasting moeten deze bepalingen direct uitgevoerd worden. Herkenning van ontkleurde ontlasting is in de praktijk soms lastig, zo blijkt uit de casus in dit artikel.

Ziektegeschiedenis

Patiënte is een 5 weken oud meisje dat met spoed naar de kinderarts werd verwezen, omdat de huisarts bij haar een geconjugeerde hyperbilirubinemie had vastgesteld. Ze was na een ongecompliceerde zwangerschap geboren bij een amenorroeduur van 40 weken; haar geboortegewicht was 3685 g. De ouders waren van Chileense afkomst. De icterus was mogelijk al direct na de geboorte ontstaan. De moeder vertelde dat ze door meerdere zorgverleners gerust was gesteld; de icterus was niet herkend, mogelijk door de donkere huidskleur van het kind. Mede vanwege de gele sclerae, had de huisarts uiteindelijk bloedonderzoek verricht. Het bloedonderzoek toonde een verhoogde totale-bilirubineconcentratie (137 µmol/l; referentiewaarde: < 17 µmol/l), met een directe fractie van 122 µmol/l (referentiewaarde < 5 µmol/l), en een verhoogde γ-GT-concentratie (305 U/l; referentiewaarde: < 178); de stollingsstatus was niet-afwijkend.

Figuur 1
Foto van lichtgele ontlasting in de luier van een 5 weken oud meisje.
Figuur 1 | Foto van lichtgele ontlasting in de luier van een 5 weken oud meisje.

Bij lichamelijk onderzoek was de icterus van de huid niet duidelijk te zien. Wel zagen wij dat de sclerae geel van kleur waren. De groei van patiënte was ongestoord. De moeder had aan de ontlasting niets bijzonders opgemerkt. Bij inspectie bleek de ontlasting in de luier echter lichtgeel te zijn (figuur 1), wat volgens de ‘Ontlasting kleurenkaart’ geldt als ‘ontkleurd’ (figuur 2).

Figuur 2
‘Ontlasting kleurenkaart’
Figuur 2 | ‘Ontlasting kleurenkaart’
Omdat ontkleurde ontlasting kan wijzen op bepaalde leveraandoeningen, is het belangrijk dat ouders regelmatig de kleur van de ontlasting van hun kind controleren. Ouders wordt geadviseerd om de ‘Ontlasting kleurenkaart’ naast de luier van hun kind te leggen en om zo snel mogelijk contact op te nemen met de huis- of jeugdarts wanneer de kleur van de ontlasting het meest overeenkomt met de kleuren 1, 2 of 3 of wanneer zij hierover twijfelen (bron:http://babyzietgeel.nl/ouders_pasgeborenen/ouderinformatie/ontlasting_kleurenkaart).

Bij aanvullend onderzoek naar infectieuze, metabole en endocriene oorzaken van een geconjugeerde hyperbilirubinemie werden geen afwijkingen gevonden. Bij echografisch onderzoek van de buik kwamen de galblaas en de intra- en extrahepatische galwegen niet in beeld. Vanwege de ontkleurde ontlasting, de echografische bevindingen en omdat andere oorzaken van cholestase waren uitgesloten, ontstond het sterke vermoeden van extrahepatische galgangatresie. Wij besloten om met spoed een transcutane echogeleide leverbiopsie te verrichten. De bevindingen van het histologisch onderzoek van het biopt pasten bij de diagnose ‘galgangatresie’. Op de leeftijd van 42 dagen werd een laparotomie verricht, waarbij de diagnose werd bevestigd en een hepatoporto-enterostomie volgens Kasai werd uitgevoerd.

Bij poliklinische controle bleek dat de galafvloed niet op gang was gekomen: de concentratie van het geconjugeerde bilirubine was gestegen, de ontlasting was ontkleurd en er was ascites aanwezig. Patiënte werd daarom op de wachtlijst geplaatst voor een levertransplantatie.

Beschouwing

Neonatale cholestase komt voor bij 1 op de 2500 pasgeborenen en heeft een uitgebreide differentiaaldiagnose.1 Bij een aantal oorzaken kan blijvende leverschade alleen worden voorkomen door vroegtijdige behandeling. De diagnostiek is in eerste instantie gericht op het opsporen van behandelbare oorzaken. In de acute fase van cholestase moet de stollingsstatus gecontroleerd, en zo nodig gecorrigeerd, worden om vitamine K-afhankelijke bloedingen te voorkomen. In deze fase wordt ook diagnostiek verricht naar relatief gemakkelijk aantoonbare oorzaken, zodat invasieve diagnostiek, zoals leverbiopsie, wellicht vermeden kan worden.

Richtlijn ‘Hyperbilirubinemie’

De richtlijn ‘Hyperbilirubinemie’ van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde stelt dat bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus de serumconcentraties van het totale en het geconjugeerde bilirubine moeten worden bepaald.2

Borstvoeding is de meest voorkomende oorzaak van persisterende icterus, maar dit is geen reden om aanvullend onderzoek achterwege te laten. Bij de beoordeling van de pasgeborene zijn de anamnese en het lichamelijk onderzoek van belang, vooral de inspectie van de sclerae, die bij icterus altijd geel zijn. Alarmsymptomen voor galgangatresie zijn: onvoldoende groei, ontkleurde ontlasting, donkere urine en hepatomegalie. De afwezigheid van deze relatief laat optredende symptomen sluit galgangatresie echter niet uit.

Bij onze patiënte werd aanvullend onderzoek pas op de leeftijd van 5 weken verricht. Deze vertraging in de diagnostiek was veroorzaakt doordat de icterus en de ontkleurde ontlasting niet eerder waren opgemerkt. De afgelopen jaren stelden wij in ons ziekenhuis meerdere malen de diagnose ‘galgangatresie’ bij pasgeborenen met een donkere huidskleur, bij wie icterus en ontkleurde ontlasting niet als zodanig herkend waren. Tijdige herkenning kan de prognose verbeteren.

‘Ontlasting kleurenkaart’

Als hulpmiddel bij de herkenning van ontkleurde ontlasting is de ‘Ontlasting kleurenkaart’ ontwikkeld (zie figuur 2).3 Deze is vooral nuttig om het onderscheid te maken tussen ontkleurde (afwijkende) en gekleurde (niet-afwijkende) ontlasting.4 Deze kaart moet gebuikt worden bij alle kinderen met icterus prolongatus. In verschillende Aziatische landen wordt de kaart gebruikt als effectieve manier om galgangatresie op jonge leeftijd op te sporen.5,6 Overigens is normaal gekleurde ontlasting geen reden om van de richtlijn af te wijken; bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus moet bloedonderzoek worden verricht.2

Galgangatresie

Galgangatresie is een zeldzame aandoening met vermoedelijk een multifactoriële oorzaak. In Nederland komt galgangatresie voor bij 1 op de 19.000 levendgeborenen. In Aziatische landen komt de aandoening het vaakst voor (in Taiwan bij ongeveer 1 op de 5000 levendgeborenen).7 Bij kinderen met galgangatresie moet tijdig – bij voorkeur vóór de leeftijd van 30 dagen – een hepatoporto-enterostomie volgens Kasai worden uitgevoerd.8,9 Hierbij wordt de vrijgeprepareerde porta hepatis via een roux-en-Y-lis verbonden met het duodenum, zodat de gal het darmlumen kan bereiken. Hoe eerder deze hersteloperatie plaatsvindt, hoe minder leverschade optreedt en hoe gunstiger de prognose is. Ondanks een vroege behandeling moet meer dan de helft van de patiënten op een zeker moment een levertransplantatie ondergaan.10

Conclusie

Bij elke 3 weken oude zuigeling met icterus prolongatus moet neonatale cholestase worden uitgesloten, ook wanneer het een borstgevoede zuigeling betreft. Neonatale cholestase is altijd pathologisch en vereist verder onderzoek. Bij zuigelingen met een donkere huidskleur kan de icterus van de huid soms lastig te zien zijn; bij hen geeft inspectie van de sclerae uitsluitsel. Ontkleurde ontlasting is een alarmsymptoom. De ‘Ontlasting kleurenkaart’ vergemakkelijkt de differentiatie tussen ontkleurde (afwijkende) en gekleurde (niet-afwijkende) ontlasting.

Literatuur
  1. Bekhof J, de Langen ZJ, Verkade HJ.Icterus prolongatus reden voor laboratoriumdiagnostiek, ook bij borstgevoede zuigelingen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:613-7 Medline.

  2. Richtlijn preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; 2008.

  3. Crofts DJ, Michel VJ, Rigby AS, Tanner MS, Hall DM, Bonham JR. Assessment of stool colour in community management of prolonged jaundice in infancy. Acta Paediatr. 1999;88:969-74.doi:10.1111/j.1651-2227.1999.tb00192.x.Medline

  4. Witt M, Lindeboom J, Wijnja C, et al. Early detection of neonatal cholestasis: inadequate assessment of stool color by parents and primary healthcare doctors. Eur J Pediatr Surg. 2016;26:67-73Medline.

  5. Lien TH, Chang MH, Wu JF, et al; Taiwan Infant Stool Color Card Study Group. Effects of the infant stool color card screening program on 5-year outcome of biliary atresia in Taiwan. Hepatology. 2011;53:202-8.doi:10.1002/hep.24023.Medline

  6. Gu YH, Yokoyama K, Mizuta K, et al. Stool color card screening for early detection of biliary atresia and long-term native liver survival: a 19-year cohort study in Japan. J Pediatr. 2015;166:897-902.e1.doi:10.1016/j.jpeds.2014.12.063.Medline

  7. Hartley JL, Davenport M, Kelly DA. Biliary atresia. Lancet. 2009;374:1704-13.doi:10.1016/S0140-6736(09)60946-6.Medline

  8. Serinet MO, Wildhaber BE, Broué P, et al. Impact of age at Kasai operation on its results in late childhood and adolescence: a rational basis for biliary atresia screening. Pediatrics. 2009;123:1280-6.doi:10.1542/peds.2008-1949.Medline

  9. Chardot C, Buet C, Serinet MO, et al. Improving outcomes of biliary atresia: French national series 1986-2009. J Hepatol. 2013;58:1209-17.doi:10.1016/j.jhep.2013.01.040. Medline

  10. De Vries W, Homan-Van der Veen J, Hulscher JB, Hoekstra-Weebers JE, Houwen RH, Verkade HJ; Netherlands Study Group of Biliary Atresia Registry. Twenty-year transplant-free survival rate among patients with biliary atresia. Clin Gastroenterol Hepatol. 2011;9:1086-91.doi:10.1016/j.cgh.2011.07.024. Medline

Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam. Afd. Kindergeneeskunde: dr. M. Schimmel, kinderarts in opleiding. Afd. Kindermaag-, darm- en leverziekten: dr. C.M.F. Kneepkens en dr. T.J.G. de Meij, kinderartsen maag-, darm- en leverziekten.

Contact M. Schimmel (m.schimmel@amsterdamumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Marein Schimmel ICMJE-formulier
C.M. Frank Kneepkens ICMJE-formulier
Tim J.G. de Meij ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties