Ribfixatie zonder echte fladderthorax niet zinvol

Als een segment van de borstkas bij het ademen ongewenst beweeglijk is geworden door een ernstig trauma, kan chirurgische fixatie nuttig zijn. Dit lijkt echter niet het geval bij mensen zonder dit klinische beeld van ‘fladderen’. Een Amerikaanse gerandomiseerde studie onder 84 traumapatiënten suggereert zelfs dat opereren een inferieure strategie is (Ann Surg. 2023; online 15 juni).

Bij een fladderthorax maken meerdere ribfracturen het mogelijk dat een segment van de thorax een beweging maakt die tegengesteld is aan de normale bewegingen van de ademhalingscyclus. Een deel van de borstkaswand trekt dan bij inspiratie dus juist naar binnen, en komt bij expiratie bol te staan.

Bij patiënten die ademhalingsproblemen krijgen door zo’n fladderthorax, is al eerder aangetoond dat chirurgische fixatie de klinische uitkomsten kan verbeteren. Op basis van die resultaten ondergaat een deel van de mensen met ernstig borstkasletsel maar zónder symptomatisch fladderen nu al een operatie. Goede studies om deze praktijk te onderbouwen waren er echter niet.

Texaanse onderzoekers randomiseerden daarom 84 mensen met ernstig borstkasletsel maar zonder fladderthorax voor ofwel chirurgische fixatie, of niet-chirurgische therapie. Overigens moesten ze daarvoor wel 473 patiënten screenen, van wie uiteindelijk maar 18% aan de trial deelnam. Hun gemiddelde leeftijd was 50 jaar en de meerderheid had hun ribben op 6-10 plekken gebroken tijdens een verkeersongeluk.

De geopereerde groep leek minder goede uitkomsten te hebben dan de mensen die voor conservatieve behandeling hadden geloot. Gemiddeld waren patiënten met een operatie 4,8 dagen langer opgenomen, ook na correctie voor de ernst bij binnenkomst. Peroperatief en door de langere opnameduur gebruikte de chirurgische groep gemiddeld ook meer opioïden: 349 versus 177 mg. Na een maand hadden ze wat meer bewegingsbeperking, maar na drie en zes maanden deden beide groepen het vergelijkbaar.

De Amerikanen pleiten ervoor om terughoudend te zijn bij het inzetten van chirurgie bij mensen zonder klinische verschijnselen van een fladderthorax.