artikel
Tegenwoordig zijn zelfs tegenslagen slechts een tijdelijke hindernis op de weg naar nog grotere welvaart en dieper geluk. Lijden is niet langer een last, maar functioneel. Onze scheiding maakt ons sterker, werkloosheid biedt gelegenheid tot introspectie en armoede blijkt toch een onverwachte leermeester. Zelfs de diepste dalen kunnen we overwinnen met de juiste mindset en een flinke dosis veerkracht. Talloze zelfhulpboeken, podcasts en coachingstrajecten leren ons om lijden te omarmen en te beschouwen als een springplank naar persoonlijke groei, welzijn en geluk. ‘Succes ligt in je eigen handen’, krijgen we toegefluisterd. ‘Het leven is maakbaar.’
Op zich geen verkeerde filosofie. Het glas dankbaar als halfvol beschouwen doet een mens floreren. Onderzoek suggereert zelfs dat een positieve instelling gunstig is voor onze gezondheid. Maar als dit betekent dat we de fundamentele oorzaken van gezondheidsproblemen camoufleren, dan ontstaat er een probleem. Tussen floreren en verbloemen ligt een fijne lijn.
‘We moeten burn-out door een hoge werkdruk niet psychologiseren.’
Onlangs woonde ik een lezing bij waar met trots werd verteld over de effectiviteit van anger management-sessies in ‘s werelds grootste vluchtelingenkamp in Cox's Bazar, Bangladesh. Ik was met stomheid geslagen. Deze mensen hadden genocide overleefd, kampten met ernstige voedseltekorten en leefden onder voortdurende onderdrukking in erbarmelijke omstandigheden. En nu werd er van hen verwacht hun woede onder controle te houden? Verbijsterd wendde ik me tot mijn buurvrouw in de collegebanken om mijn frustratie te delen.
In de pauze deelde ze haar eigen verhaal. Ze was al enkele weken thuis vanwege een burn-out. Maar ze was niet de enige bij haar op de werkvloer die hiermee worstelde: het ziekteverzuim was organisatiebreed alarmerend hoog. Haar werkgever had een coach ingehuurd om het probleem op te lossen. Daarmee zou ze het komende jaar drie slechte gewoonten leren aanpakken. Terneergeslagen realiseerde ik me dat zelfs het reintegratietraject leek te zijn bezweken onder de productiviteitsobsessie en prestatiedruk, terwijl die waarschijnlijk aan de grondslag van haar burn-out lagen.
Niet alle tegenspoed is altijd even inspirerend. Soms wil je gewoon geduldig je wonden kunnen likken, zonder de druk om de pijn te moeten instrumentaliseren voor verdere zelfontplooiing. De verheerlijking van ‘positief denken’, de drang altijd sterker uit de strijd te komen, de transformatie van lijden naar persoonlijk succes: het staat maatschappelijke verandering in de weg. Het creëert een samenleving die niet de maatschappij, maar onszelf verantwoordelijk stelt voor leed, zelfs wanneer de maatschappij aanzienlijk bijdraagt aan dat leed. We zouden woede veroorzaakt door onrecht, of een burn-out ten gevolge van een te hoge werkdruk, niet horen te psychologiseren. Pas als we de nadruk verleggen van persoonlijke naar collectieve verantwoordelijkheid kunnen we de angel uit de bij halen. Want sommige problemen zijn niet het gevolg van individuele keuzes, maar van diepgewortelde sociaal-politieke structuren die aangepakt dienen te worden.
Reacties