Verschuivende horizon

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:B1378

artikel

Zondagochtend vroeg. Ik fiets een van mijn vaste rondjes en kom op de dijk vlak bij het dorp verderop mijn vaste rollatorwandelaar tegen. Ver in de 80, maar hij loopt bijna elke dag anderhalf uur. Hij is al op de terugweg. ‘De zon is zo mooi. Ik ga vanmiddag nog wel even de andere kant van de dijk op.’ Die rollator is er niet voor niks. Ik heb geen idee welke pillen hij slikt, maar veronderstel dat zijn wandelingetjes beter voor hem zijn dan alle pillen die zijn dokters hem geven. Zouden ze op tijd bedenken dat je pillen ook kunt stoppen?

We hebben lang leven onlosmakelijk gekoppeld aan pillen slikken. Preventie van hart-vaatziekten lijkt wel het fundament van ‘goede zorg’ geworden (D643), en dat houdt het gevaar in dat stoppen gelijk staat aan ‘de handdoek in de ring gooien’ of ‘de hoop opgeven’. Alsof dat erg is. Op een gegeven moment is er geen ver gelegen horizon meer, maar is die heel dichtbij en hebben alle preventieve middelen geen enkele zin meer. De Styx moet je immers ooit een keer over en ik neem aan dat veerman Charon een baxterrol vol pillen niet als veergeld aanneemt.

Het probleem met al die pillen begint al jaren eerder, bij het voorschrijven. Dan doen we alsof we de patiënt redden van aanstormend onheil, in plaats van dat we uitleggen dat alleen de kans op onheil een kleine beetje lager wordt. Geen wonder dat er dan hooggespannen verwachtingen zijn. Het is opvallend dat vooral dokters lijken te denken dat patiënten wel zullen denken dat je hen direct in dat veermansbootje flikkert als je die bloedrukpillen en cholesterolverlagers stopt. Maar dat is helemaal niet zo: patiënten en familie begrijpen dat best (D1084). Het niet stoppen zit in de hoofden van de dokters. Het zit in ons goed ontwikkelde vermogen niet mét patiënten te praten, maar in te vullen wat zij wel zullen willen. We laten dan dingen te veel op hun beloop. Hier past echte ‘shared decision-making’, maar de dokter moet dat proces dan wel initiëren en gewoon op tijd daarmee beginnen.

Dat samen beslissen geldt niet voor het allerallerlaatste stukje. Palliatieve sedatie is gelukkig nog een ‘doktersdingetje’, waarin u kunt laten zien dat u een echte dokter bent. In die fase moet u niet alleen de familie goed begeleiden, maar ook op hoog niveau farmacologisch schipperen tussen Scylla en Charybdis. De mooie ‘Stand van zaken’ van Harm Westdorp en collega’s helpt u daarbij (D773).

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties