helpt een juist overzicht van de thuismedicatie te verkrijgen

Gestructureerde medicatieanamnese bij opname

Onderzoek
Jonne Spee
Rob J. van Marum
Toine C.G. Egberts
A. Clara Drenth-van Maanen
Paul A.F. Jansen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A904
Abstract

Samenvatting

Doel

De waarde bepalen van een gestructureerde medicatieanamnese (GMA) in vergelijking met een ongestructureerde medicatieanamnese door de aios bij patiënten die worden opgenomen op een afdeling geriatrie, om een juist en volledig overzicht te krijgen van de thuis gebruikte medicatie.

Opzet

Prospectief, observationeel.

Methode

Bij patiënten opgenomen op de afdeling geriatrie, en vaak ook bij hun mantelzorgers, werd de GMA, een gestandaardiseerde vragenlijst, afgenomen. Wij bepaalden het aantal en type discrepanties tussen deze GMA en de medicatieanamnese die bij opname werd afgenomen door de aios en genoteerd in de medische status. Ook werd de klinische relevantie van de discrepanties beoordeeld.

Resultaten

Bij 47 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 84,4 jaar werd de GMA afgenomen. Bij alle patiënten werd tenminste 1 discrepantie gevonden. De vergelijking van de GMA met de medicatieanamnese door de aios leverde gemiddeld 4,2 discrepanties per patiënt op. Het ontbreken van een medicijn in de anamnese door de aios was de meest voorkomende discrepantie. 66% van de discrepanties werd als potentieel klinisch relevant beschouwd; bij 19% van de patiënten met deze discrepanties trad daadwerkelijk matig ongemak of een klinische verslechtering op. Het aantal discrepanties hield statistisch significant verband met een hoger aantal gebruikte medicijnen en met het gebruik van ‘over the counter’(OTC)-medicatie.

Conclusie

De GMA geeft beter inzicht in wat een patiënt daadwerkelijk gebruikt dan de anamnese door de aios bij opname van de patiënt.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht.

Afd. Klinische Geriatrie: Drs. J. Spee, student geneeskunde; dr. R.J. van Marum, klinisch geriater en klinisch farmacoloog; drs. A.C. Drenth - van Maanen, aios klinische geriatrie; dr. P.A.F. Jansen, klinisch geriater en klinisch farmacoloog.

Contact dr. P.A.F. Jansen (p.a.f.jansen@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Mw. L. van Hensbergen droeg bij aan dit onderzoek door de gevolgen van de gevonden discrepanties uit te zoeken.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 17 oktober 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties