Zoutgevoeligheid en hypertensie

Klinische praktijk
E.F.H. van Bommel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:240-4
Abstract

Samenvatting

- Er bestaat een al jaren durende controverse over de vermeende relatie tussen zoutinname en bloeddruk op populatieniveau.

- Ook het nut van zoutbeperking bij de geïndividualiseerde behandeling van hypertensie wordt regelmatig betwijfeld. Daarbij speelt mee dat er een uitgebreid beschikbaar arsenaal aan geneesmiddelen is en de patiënt vaak moeilijk voor zoutbeperking is te motiveren.

- Een groeiend aantal gegevens onderstreept echter het belang van een beperking van de zoutinname op populatieniveau. Dit blijkt nu ook uit een recent advies van de Gezondheidsraad en uit overheidsingrijpen in enkele andere landen.

- Bij de individuele behandeling van essentiële hypertensie bepaalt echter niet de mate van zoutinname, maar de ‘zoutgevoeligheid’ van de bloeddruk het effect van zoutbeperking.

- Zoutbeperking of -uitdrijving verhoogt overigens bij iedere vorm van hypertensie de gevoeligheid voor andere bloeddrukverlagende medicamenten.

- Recente gegevens suggereren dat ‘zoutgevoeligheid’ per se een onafhankelijke risicofactor is voor cardiovasculaire morbiditeit en sterfte. Identificatie en agressieve behandeling van ‘zoutgevoelige’ hypertensie, waaronder zoutbeperking, is dan ook aangewezen.

- Demografische en raciale karakteristieken en eventueel aanvullend laboratoriumonderzoek maken het mogelijk potentieel ‘zoutgevoelige’ personen te herkennen die behoren tot een hoogrisicogroep.

Auteursinformatie

Albert Schweitzer Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Postbus 444, 3300 AK Dordrecht.

Contact Dr.E.F.H.van Bommel, internist-nefroloog (e.f.h.vanbommel@asz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties