Warm rekenen

Matthijs Versteegh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2207

artikel

Ik voelde ongemak tijdens de eerste vergadering van de vakgroep Gezondheidseconomie. Er werd aan de hand van rekenmodellen over leven en dood gesproken op een manier die ver van me af stond. Waar blijft het rijke individuele leven in die modellen? Buiten het vakgebied noemt men het weleens ‘kil rekenen’.

Het ongemak rondom berekeningen over leven en dood is universeel, maar ook problematisch: we geven makkelijker geld uit aan grote reddingsoperaties dan dat we evenveel maatschappelijk geld uitgeven om diezelfde reddingsoperatie te voorkomen. De voornaamste reden is dat preventie onzichtbare toekomstige levens moet redden, en slachtoffers van een ramp nu zichtbaar zijn. En we hebben nou eenmaal meer empathie voor zichtbare slachtoffers.

‘Het ongemak rondom berekeningen over leven en dood is universeel’

Als je het mij vraagt hebben we meestal te weinig aandacht voor die ‘onzichtbaren’. Wie zou de eigen patiënt een duur geneesmiddel onthouden omdat met hetzelfde geld – volgens een rekenmodel – elders meer gezondheid kan worden gewonnen? Dat ongemak is vaak te groot. En toch maken we dan een fout: de samenleving wordt namelijk gezonder als we stoppen met niet-doelmatige behandelingen en dat geld vervolgens ergens anders in de zorg uitgeven.

Maar is ons ongemak dan ‘onterecht’, en kunnen gevoelens wel ‘onterecht’ zijn? Ik had jaren geleden een e-mailconversatie over dit vraagstuk met een filosoof uit Amerika. Hij zei dat onze empathie voor zichtbare patiënten voldoende reden was hen te prioriteren boven ‘onzichtbare’ patiënten, ongeacht hoeveel meer gezondheid er bij die ‘onzichtbaren’ gewonnen kon worden. Maar hij liet mij ook weten dat de morele beoordeling volgens hem anders was als je het als samenleving eens wordt over de grenzen die je wilt stellen in de zorg. Als we nú beslissen dat we alle toekomstige zorgvormen volgens dezelfde criteria beoordelen is het minder bezwaarlijk. Op dit moment betreffen namelijk alle toekomstige te redden levens nog ‘onzichtbare levens’ met gelijke morele weging. En voor die uitdaging staat de zorg: wat vinden we redelijke grenzen?

Grenzen stellen in de zorg begint met erkennen dat onzichtbare levens uit rekenmodellen waarde hebben. Misschien moeten we dat ‘kille rekenen’ maar anders gaan zien en het ‘warm rekenen’ noemen, omdat het een gezicht geeft aan zorgbehoevenden waar we toevallig nu net even niet aan denken. Als we onszelf trainen het rijke leven achter rekenmodellen invoelbaar te maken gaan we toekomstig zorggeld beter besteden.

Auteursinformatie

Matthijs Versteegh is gespecialiseerd in Health Technology Assessment (HTA) en kosteneffectiviteit in de zorg. Hij is een van de 5 vaste columnisten voor het NTvG.

Contact Matthijs Versteegh (matthijs@huygensandversteegh.com)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties