Prostaatkanker was in 2012 in Nederland de frequentst voorkomende kankersoort bij mannen. 11.158 mannen hadden deze ziekte en 2.566 van hen overleden eraan. Resultaten van de ‘Europese gerandomiseerde studie naar de waarde van de vroegdetectie van prostaatkanker’ (ERSPC) bevestigden recent een statistisch significante vermindering van de prostaatkankersterfte door het gebruik van de PSA-bepaling als opsporingstest.1 Nederlandse mannen en professionals worstelen met het probleem hoe ze hiermee om moeten gaan. Berichtgeving van het NHG over de laatst gepubliceerde richtlijn uit 2013 gebruikt de subkop: ‘Actief screenen van mannen zonder klachten ontraden’ en adviseert gezamenlijke besluitvorming (‘shared decision making’), dat wil zeggen: de toepassing van vroege detectie bij geïnformeerde mannen die er om vragen nadat evenwichtige informatie is verstrekt.2,3 Dit komt nog steeds overeen met de meest recente resultaten van de ERSPC zoals gepubliceerd in de Lancet en met de aanbevelingen van de auteurs, zoals blijkt uit de volgende samenvatting…
Aanbevelingen na 13 jaar follow-up in de Europese gerandomiseerde studie
Vroege opsporing van prostaatkanker
Reacties