Voedseladditiva en hyperactief gedrag bij kinderen

Klinische praktijk
R.M. van Elburg
A.C. Douwes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:60-3

Zie ook het artikel op bl. 68-73.

Inleiding

In 1973 legde de allergoloog Feingold voor het eerst een verband tussen hyperactief gedrag bij kinderen en het gebruik van voedseladditiva.1 Zijn op deze theorie gebaseerde dieet had bij ruim de helft van de hyperactieve kinderen succes en gaf aanleiding tot talloze publikaties in zowel de medische als de publieke pers. Hoe frequent is intolerantie voor additieven in de doorsneebevolking? Van de volwassen Nederlanders meent 12 overgevoelig te zijn voor voedingsmiddelen. Additiva worden door deze volwassenen echter opvallend weinig genoemd.2 Uit een soortgelijk onderzoek bij ruim 2000 Nederlandse kinderen (leeftijd 4,4-5,8 jaar) blijkt dat circa 3 volgens de ouders gedragsproblemen heeft ten gevolge van additiva (R.A.Hirasing en M.N.L.van de Loo: Enquête betreffende reakties op voeding. Schriftelijke mededeling, 1990). Bij een enquête in Engeland met betrekking tot reacties op additiva onder 30.000 volwassenen en kinderen werden 132 personen gevonden die vervolgens…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Kinderkliniek, Postbus 30001, 9700 RB Groningen.

R.M.van Elburg.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Kindergeneeskunde, Amsterdam.

Dr.A.C.Douwes, kinderarts-gastro-enteroloog.

Contact R.M.van Elburg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties