Uniforme bilirubinegrenzen voor de behandeling van icterische premature neonaten

Onderzoek
Deirdre E. van Imhoff
Peter H. Dijk
Christian V. Hulzebos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A94
Abstract

Samenvatting

Doel

De bestaande richtlijnen voor de behandeling van premature neonaten met hyperbilirubinemie in de 10 Nederlandse neonatale intensivecare-units (NICU’s) vergelijken om te komen tot uniforme grenzen voor de totale serumconcentratie bilirubine (TSB) waarboven behandeling door fototherapie of wisseltransfusie is aangewezen.

Opzet

Inventariserend.

Methoden

De lokale richtlijnen voor de behandeling van hyperbilirubinemie bij premature neonaten (zwangerschapsduur

Resultaten

Op alle 10 de NICU’s hanteerde men interventiegrenzen gebaseerd op het TSB. Op 9 NICU’s categoriseerde men de kinderen naar geboortegewicht met 2, 3 of 5 categorieën, op 1 naar zwangerschapduur. Op 6 NICU’s hanteerde men leeftijdsspecifieke grenzen, op 4 een constante interventiegrens. Voor het starten van fototherapie lagen de TSB-uitersten tussen de centra 170 µmol/l uiteen voor fototherapie en 125 µmol/l voor wisseltransfusie. De risicofactoren acidose, sepsis, asfyxie, actieve hemolyse en intraventriculaire bloeding werden het meest gebruikt. In een consensusvergadering met vertegenwoordigers van de 10 NICU’s werd een richtlijn overeengekomen, die nu gebruikt wordt voor alle neonaten met een zwangerschapsduur

Conclusie

De tot nu toe bestaande TSB-grenzen varieerden sterk tussen de 10 NICU’s. In Nederland worden nu, als aanvulling op de richtlijn ‘Hyperbilirubinemie’ voor kinderen geboren na een zwangerschapsduur ≥ 35 weken, ‘gelijke gele grenzen’ gebruikt voor icterische prematuren met een zwangerschapsduur

Auteursinformatie

*Namens de BARTrial-studiegroep van het Nederlands Neonatologisch Research Netwerk, waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

Universitair Medisch Centrum Groningen, Beatrix Kinderziekenhuis, Groningen.

Afd. Kindergeneeskunde: drs. D.E. van Imhoff, arts-onderzoeker; dr. P.H. Dijk en dr. C.V. Hulzebos, kinderartsen-neonatologen.

Contact dr. P.H. Dijk (p.h.dijk@bkk.umcg.nl)

Verantwoording

De deelnemers aan de BARTrial-studiegroep waren: de kinderartsen-neonatologen dr. Letty van Toledo-Eppinga, Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, dr. Twan L.M. Mulder, Maastrichts Universitair Medisch Centrum, dr. Paul Govaert, Erasmus MC Rotterdam, dr. Richard A. van Lingen, Isala klinieken Zwolle, dr. Enrico Lopriore, Leids Universitair Medisch Centrum, drs. Jan Buijs, Maxima Medisch Centrum Veldhoven, dr. Peter H. Dijk en dr. Christian V. Hulzebos, Universitair Medisch Centrum Groningen, dr. Kian D. Liem, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen, dr. Manon J.N.L. Benders, Universitair Medisch Centrum Utrecht, prof.dr. Willem P.F. Fetter, VU Medisch Centrum Amsterdam; drs. Deirdre E. van Imhoff, arts-onderzoeker, Universitair Medisch Centrum Groningen.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: ZonMW.
Aanvaard op 26 maart 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties