Toezicht op medisch-wetenschappelijk onderzoek met wilsbekwamen kan niet zonder toetsing

Opinie
H.D.C. Roscam Abbing
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:8-2
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 33 en 45.

De Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO) heeft een lange voorgeschiedenis.1 Hoewel de titel van het oorspronkelijke voorstel van 1992 conform het advies van de Centrale Raad uit 1982 beperkt was tot medische experimenten, was de reikwijdte van meet af aan breder.23 Onder een medisch experiment werd in navolging van de definitie van Leenen verstaan: ‘een waarneming ter vermeerdering van wetenschappelijke kennis op grond van toepassing bij mensen van nog niet of onvoldoende getoetste middelen en procedures met bijzondere voorzorgen onder bepaalde, opzettelijk gearrangeerde of geselecteerde omstandigheden’. In 1996 is het intitulé met de reikwijdte in overeenstemming gebracht: de wet strekt zich nu uit tot al die wetenschappelijke onderzoekingen op het gebied van de geneeskunst waarbij medewerking van de proefpersoon nodig is voorzover wordt geïntervenieerd in ‘normale’ omstandigheden. Handelingen uitsluitend gericht op de hulpverlening en wetenschappelijk onderzoek…

Auteursinformatie

Universiteit Utrecht, Juridische Faculteit, vakgroep Privaatrecht, Nobelstraat 2a, 3512 EN Utrecht.

Mw.prof.mr.H.D.C.Roscam Abbing, gezondheidsjurist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties