Richtlijn ‘Aspecifieke klachten arm, nek en/of schouders’

Klinische praktijk
Harald S. Miedema
Anita Feleus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6249
Abstract

Samenvatting

  • Klachten aan armen, nek en/of schouders (KANS) vormen een belangrijk gezondheidsprobleem. Ruim een derde van de volwassen Nederlanders rapporteert KANS in het afgelopen jaar en ruim een kwart heeft KANS op het moment van navraag. Daarnaast wordt meer dan 10% van de verzuimdagen toegeschreven aan KANS.

  • Eind 2012 is een multidisciplinaire richtlijn verschenen met aanbevelingen voor de diagnostiek, behandeling, zorg en arbeidsparticipatie bij patiënten met aspecifieke KANS.

  • Het doel van deze richtlijn is enerzijds verbetering van het zorgproces en van de daarbij noodzakelijke multidisciplinaire samenwerking, en anderzijds ondersteuning bij de communicatie met patiënten.

  • De richtlijn start met een herziening van het KANS-model, waarbij de lijst van aandoeningen is uitgebreid tot 36 specifieke diagnosecategorieën. Daarnaast is een zorgpad ontwikkeld dat gericht is op optimale timing van diagnostiek en behandeling, en op multidisciplinaire samenwerking.

  • Door betere diagnostiek krijgen patiënten met specifieke KANS sneller een gerichte behandeling. Beter inzicht in de behandelresultaten zal leiden tot de keuze voor effectieve behandelingen bij patiënten met aspecifieke KANS, met als gevolg dat meer patiënten de kansrijkste behandeling ontvangen.

Auteursinformatie

*Namens de multidisciplinaire werk- en adviesgroep voor de ontwikkeling van deze richtlijn, waarvan de leden aan het eind van dit artikel staan vermeld.

Hogeschool Rotterdam, Kenniscentrum ZorgInnovatie, Rotterdam.

Drs. H.S. Miedema, arts-epidemioloog; dr. A. Feleus, fysiotherapeut-epidemioloog en gezondheidswetenschapper.

Contact drs. H.S. Miedema (h.s.miedema@hr.nl)

Verantwoording

De multidisciplinaire werkgroep bestond naast de auteurs van dit artikel uit: dr. A. Beumer (Nederlandse Orthopaedische Vereniging); prof.dr. R.A. de Bie (Centre for Evidence Based Practice, Universiteit Maastricht); A. ten Cate (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck); N. Doornbos (KNGF en Nederlandse Vereniging voor Bedrijfs-en arbeidsfysiotherapeuten); dr. L.A.M. Elders (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde); dr. M.D.F. van Eijsden-Besseling (Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen); drs. I.D. Kalinitsch (Nederlands Instituut van Psychologen); dr. T. Kuijpers (Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO); drs. A.M. Oudshoff (RSI Vereniging); dr. O.J.J.M. Rohof (Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie); dr. J.B. Staal (IQ Healthcare, UMC St Radboud, Nijmegen); prof.dr. M.W. van Tulder (EMGO Institute, VU, Amsterdam); dr. C.J. Vos (NHG).
Als adviseurs hebben een bijdrage geleverd: dr. N. van Alfen, (Leids Universitair Medisch Centrum, namens Vereniging Spierziekten Nederland); drs. M.P.J. van den Borne en dr. D. Eygendaal (Nederlandse Orthopaedische Vereniging); drs. C.M.A. de Gendt (Nederlandse Vereniging voor Reumatologie); drs. R. God (Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde); drs. D.J. Hofstede (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie); C. Loo (Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie); dr. A.P. Verhagen (Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie). Dr. M. Driessen (VU, Amsterdam) heeft een bijdrage geleverd aan de budget-impactanalyse. Drs. E. Belt, dr. E. Koppelaar, J.P.M. van der Ploeg en dr. A. Visser van het Kenniscentrum ZorgInnovatie Hogeschool Rotterdam hebben bijgedragen aan de redactie van de richtlijn. Drs. C.J.M. Schenkeveld was namens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie projectleider in de eerste helft van de projectperiode.
Belangenconflict en financiële ondersteuning: deze richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van ZonMw in het kader van het programma Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg (KKCZ). Daarnaast is de richtlijnontwikkeling ondersteund door aanvullende bijdragen vanuit het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en het Kenniscentrum ZorgInnovatie van de Hogeschool Rotterdam.
Aanvaard op 21 maart 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Harald S. Miedema ICMJE-formulier
Anita Feleus ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties