Sebastiaan van Denderen heeft zich gespecialiseerd in de ouderenpsychiatrie, een vak dat bij uitstek scharniert rond lijf en geest. Hij beschrijft in 4 weekboeken wat daar nu zo fascinerend aan is. Vanaf 9 maart 2015 is Sebastiaan begonnen als ouderenpsychiater bij GGZ Rivierduinen (s.vandenderen@ggzleiden.nl).
artikel
Er worden te weinig persoonlijkheidsstoornissen gediagnosticeerd. Tenminste, als je kijkt vanuit het perspectief van de diagnosticus. De diagnosticus wil de problematiek waarvoor hij geconsulteerd wordt zo volledig mogelijk begrijpen, voor zover dit in het belang is van de patiënt. Daarbij kan een concept als de persoonlijkheidsstoornis behulpzaam zijn. Het kan namelijk verklaren waarom iemand met een recidiverende depressieve stoornis steevast in dezelfde situaties decompenseert. Als de persoonlijkheidsstoornis eenmaal is vastgesteld, kan er meer inzicht komen in de valkuilen die omzeild moeten worden om niet in de volgende depressie te raken. Heel nuttig dus, maar waarom wordt dit soort problematiek dan zo terughoudend gediagnosticeerd, terwijl aandoeningen als depressie of ADHD zo makkelijk genoemd worden?
Eén van de voor de hand liggende, maar daarom niet minder ware redenen, is dat bij een deel van de patiënten de diagnose 'persoonlijkheidsstoornis' hard aankomt. Waar andere diagnoses als erkenning voor het lijden en als hoop op perspectief verwelkomd worden, ervaren patiënten de diagnose 'persoonlijkheidsstoornis' nog wel eens als een negatief oordeel over zijn of haar binnenste 'ik'. De terminologie suggereert dat de patiënt iemand is met een afwijkende persoonlijkheid terwijl hij een depressie heeft. Geen wonder dat je daar als patiënt niet meteen erkenning en perspectief in ziet. Bij een gestructureerd psychologisch onderzoek van de persoonlijkheid worden mensen meerdere uren geïnterviewd over hun ervaringen in het gezin van herkomst, schooltijd, beroepscarrière en over relaties met belangrijke naasten. Kortom, de hele levensloop komt aan de orde. De diagnose heeft daardoor ook een definitief en alomvattend karakter. Nog moeilijker om te accepteren dus.
Toch is het jammer dat de genoemde negatieve associaties in de weg zitten van de erkenning en de hoop op een nieuw perspectief, die de diagnose 'persoonlijkheidsstoornis' juist te bieden heeft. Het concept is goed, maar de lading die eraan hangt is minder goed. Het concept 'persoonlijkheidsstoornis' is niet fundamenteel anders dan andere psychiatrische diagnoses en het binnenste 'ik' wordt dus net zo dicht benaderd als bij ADHD. Misschien moet er wel een nieuw woord voor bedacht worden, zoals we het woord 'schizofrenie' hebben vervangen door 'salience dysregulation syndrome'.
Ook de associatie met een definitief en alomvattend oordeel is jammer en onterecht. Een aantal jaren na de diagnose 'persoonlijkheidsstoornis' blijkt een significante groep patiënten niet meer te voldoen aan de criteria. En andersom, in de ouderenpsychiatrie stel je deze diagnose ook wel eens bij mensen die nog nooit in aanraking zijn geweest met de geestelijke gezondheidszorg, of zelfs het grootste deel van hun leven nauwelijks psychische klachten hebben gehad. Kortom, het concept is goed onderbouwd, is bruikbaar en biedt erkenning en perspectief. Nu nog zorgen dat het ook als zodanig toegepast kan worden.
Reacties