Perinatale sterfte getoetst: resultaten van een regionale audit

Onderzoek
C.B. Vredevoogd
J.H. Wolleswinkel-van den Bosch
M.P. Amelink-Verburg
S.P. Verloove-Vanhorick
J.P. Mackenbach
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:482-7
Abstract

Samenvatting

Doel

In dit onderzoek werd nagegaan in welke mate in de zorg voorafgaande aan perinatale sterfte tekortkomingen voorkomen en in welke mate de perinatale sterfte door verdere optimalisering van de zorg verlaagd kan worden.

Opzet

Retrospectief panelauditonderzoek.

Methode

Gevallen van perinatale sterfte die zich in 1996 en 1997 voordeden bij vrouwen woonachtig in de regio Zuid-Holland-Noord werden geïdentificeerd door navraag bij verloskundigen, obstetrici/gynaecologen en kinderartsen/neonatologen. Een panel van deskundigen beoordeelde de medische dossiers van deze sterfgevallen aan de hand van een checklist met ‘evidence-based’ criteria voor standaardzorg en stelde zo omstandigheden en handelwijzen vast die niet voldeden aan de richtlijnen van de betreffende beroepsgroepen, of die wezen op tekortkomingen in de medewerking van de moeder of in de infrastructuur van de zorg (zogenaamde substandaardfactoren). Het panel beoordeelde tevens of de sterfgevallen voorkomen hadden kunnen worden.

Resultaten

Er werden 342 perinatale sterfgevallen gevonden. Van 332 gevallen was voldoende informatie beschikbaar, zodat deze aan een panel van deskundigen konden worden voorgelegd, en in 318 gevallen bereikte het panel consensus over de beoordeling. Bij meer dan de helft van de beoordeelde gevallen werden één of meer substandaardfactoren aangetroffen. Bij 19 van de beoordeelde gevallen was er volgens het panel een ‘mogelijke’ relatie tussen de substandaardfactor en het overlijden, bij 6 van de beoordeelde gevallen was die relatie ‘waarschijnlijk’. Het ging bij deze laatste categorie vooral om problemen in de antenatale zorg (met name missen van of inadequate reactie op intra-uteriene groeivertraging) en in de zorg tijdens de bevalling (met name te afwachtend beleid).

Conclusies

Deze regionale audit liet zien dat er nog veel mogelijkheden zijn voor verbetering van de kwaliteit van de verloskundige zorg, door een betere toepassing van de binnen de betreffende beroepsgroepen heersende inzichten over effectieve en veilige zorg. Invoering van deze verbeteringen kan de perinatale sterfte naar verwachting verlagen met maximaal 6 tot 25.

Auteursinformatie

Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Mw.C.B.Vredevoogd, gynaecoloog (tevens: Ziekenhuis Bronovo, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Den Haag; thans: Medisch Centrum Haaglanden (locatie Westeinde), afd. Gynaecologie, Den Haag); mw.dr.J.H.Wolleswinkel-van den Bosch, epidemioloog/medisch bioloog; prof.dr.J.P.Mackenbach, epidemioloog/sociaal-geneeskundige.

TNO Preventie en Gezondheid, Leiden.

Mw.M.P.Amelink-Verburg, verloskundige; mw.prof.dr.S.P.Verloove-Vanhorick, kinderarts/neonatoloog.

Contact prof.dr.J.P.Mackenbach (mackenbach@mgz.fgg)

Verantwoording

Mede namens het Nedernatal-panel, met als leden: mw.M.Borkent-Polet, dr.J.van Eyck, prof.dr.W.P.F.Fetter, mw.prof.dr.A.L.M.Lagro-Janssen, mw.I.H.Rosink, prof.dr.P.E.Treffers en dr.H.Wierenga.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties