Artikel voor onderwijs en opleiding

Osteoporose en verhoogd fractuurrisico

Een arm in het gips.
Yvonne H.M. Krul-Poel
Patrick J.W.S. Vrijlandt
Petra J.M. Elders
Joop P. van den Bergh
Willem F. Lems
Renate T. de Jongh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D4852
Abstract

Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?
⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier leerartikelen te volgen.⚡

De impact van osteoporotische fracturen op het dagelijks functioneren is aanzienlijk, onder andere door pijn, afgenomen zelfstandigheid en verlies aan arbeidscapaciteit. De beschikbare diagnostiek en goedkope behandelopties maken osteoporose geschikt voor primaire en secundaire preventie. In dit leerartikel geven wij antwoord op vragen uit de praktijk over osteoporose.

Toets voor nascholing (verlopen)

Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.

Primaire osteoporose is een chronische aandoening die voornamelijk op oudere leeftijd en bij vrouwen voorkomt. De aandoening wordt gekarakteriseerd door een verlaagde botdichtheid en een veranderde microarchitectuur van het bot, die resulteren in een verminderde botsterkte en daardoor een verhoogd fractuurrisico. Osteoporose wordt lang niet altijd gediagnosticeerd, waardoor mensen met primaire osteoporose ook lang niet allemaal adequaat behandeld worden. Dat leidt in combinatie met de toenemende vergrijzing tot een toenemend aantal fracturen.

Epidemiologie

Hoe vaak komt osteoporose voor en wat zijn de risicofactoren?

In 2018 hadden naar schatting 495.000 mensen osteoporose, van wie ruim 80% vrouw, afgaand op huisartsenregistraties.1 Nederlandse cijfers uit 2010 laten zien dat het totaal aantal klinische fracturen bij mensen ouder dan 50 jaar bijna 120.000 bedroeg, waarvan 40.000 op basis van aangetoonde osteoporose. Geschat wordt dat het aantal osteoporotische fracturen toeneemt tot 55.000 in 2030.2

Het merendeel van de fracturen komt voor bij patiënten…

Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam. Afd. Interne Geneeskunde en Endocrinologie: dr. Y.H.M. Krul-Poel, endocrinoloog (tevens: College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, Utrecht); dr. R.T. de Jongh, endocrinoloog. Afd. Huisartsgeneeskunde en Ouderenzorg: dr. P.J.M. Elders, huisarts. Afd. Reumatologie: prof.dr. W.F. Lems, reumatoloog. College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, Utrecht: dr. P.J.W.S. Vrijlandt, internist(tevens: UMCG, Groningen). Maastricht UMC, afd. Interne Geneeskunde, Maastricht: prof.dr. J.P. van den Bergh, endocrinoloog (tevens: VieCuri Medisch Centrum, Venlo).

Contact Y. Krul-Poel (yhm.krul-poel@nwz.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Yvonne H.M. Krul-Poel ICMJE-formulier
Patrick J.W.S. Vrijlandt ICMJE-formulier
Petra J.M. Elders ICMJE-formulier
Joop P. van den Bergh ICMJE-formulier
Willem F. Lems ICMJE-formulier
Renate T. de Jongh ICMJE-formulier
Yvonne Krul-Poel
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties