Onze blinde vlek

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1920

artikel

Van de kinderen die bij een kinderarts lopen, wordt 30-88% ook gezien door een alternatieve genezer (D6099). Vaak is dit onschuldig, maar soms levensbedreigend. De vraag waarom mensen massaal kiezen voor niet bewezen, mogelijk schadelijke behandelingen kunnen we afdoen met de opmerking dat de gemiddelde Nederlander nou eenmaal onverstandig, misschien wel dom is, soms vooral als hij hoogopgeleid is. Deze ondertoon zie ik ook regelmatig in het covid-debat.

Een iets meer doordacht antwoord zou zijn dat we desondanks zorg moeten dragen voor deze mensen en dat we misschien iets kunnen leren van de methoden en marketing van alternatieve genezers. Ze bieden mensen altijd een warm welkom, hebben tijd en aandacht voor de hele mens en ze spreken een taal die mensen aanspreekt.

Nog iets langer doordenkend, moeten we concluderen dat we er zelf allerminst in geslaagd zijn om de alternatieve methoden uit onze beroepsgroep te weren. Er zijn talloze artsen die hun reguliere arsenaal aanvullen met homeopathie, fytotherapie of klankschalen. Speciale aandacht ook voor de apotheker die zijn winkel graag vult met Dr. Vogel en zijn vrienden. Als wij het onderscheid zelf al niet scherp maken, hoe moet de patiënt dat dan doen?

‘Misschien kunnen we ook iets leren van alternatieve genezers’

Ook moeten we ons afvragen of de stelligheid waarmee we de reguliere geneeskunde verkopen, wel op zijn plaats is. Het gedegen bewijs ontbreekt regelmatig, zoals bij de frenulotomie (D6026). Laat ik de hand ook in eigen boezem steken. Het chronisch subduraal hematoom is de meest prevalente aandoening in mijn vak, de neurochirurgie. Het is ons desondanks gelukt om de behandeling vrijwel geheel te baseren op ‘expert opinion’ door er wereldwijd slechts een enkele – slechte – trial naar te doen. We geven daarom soms wel en soms geen dexamethason, wachten vaak af, maar boren dan toch opeens soms een gaatje, en als we daar heil in zien nog twee of drie. Soms doen we dat onder algehele anesthesie, vaak ook niet (D5731).

Ik ben niet tegen ‘expert opinion’, die vaak berust op een zorgvuldige afweging van onzekerheden. Ik ben ook niet voor magisch denken waar die afweging volledig afwezig is. Ons afwegingsproces is superieur, maar als dit leidt tot een grote mate van stelligheid over zaken als borstvoeding, huilbaby’s, mondmaskers of vaccins, komen we arrogant over waardoor we mensen van ons vervreemden.

Auteursinformatie

p.vaneijsden@ntvg.nl

Contact (p.vaneijsden@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties