Ongevraagd advies

Wim Opstelten
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:B2047

artikel

Sinds corona is het wat versloft. Tot die tijd had ik de gewoonte om wekelijks mijn patiënten in het ziekenhuis te bezoeken, maar strenge bezoekregels tijdens een groot deel van de coronapandemie maakten dat onmogelijk. Een verschraling van de zorg, want zo’n ziekenhuisbezoek was meestal zinvol en werd door veel patiënten gewaardeerd. Tussen al die witte jassen even je eigen vertrouwde dokter aan je bed, kunnen vertellen over je ongerustheid, je angst of je bezorgdheid hoe het straks thuis zal gaan. Of gewoon wat uitleg vragen over alle onderzoeken en ingrepen. Het ziekenhuisbezoek is gaandeweg vervangen door een telefoontje na ontslag of – als dat nodig lijkt – een huisbezoek, bij voorkeur na een goede overdracht vanuit het ziekenhuis (D6512, D6575).

Maar, denkt u nu wellicht: patiënten kunnen toch ook zelf contact opnemen? Zeker, maar vaak voelen ze daarvoor een drempel of zijn ze zich nog niet bewust van problemen die hun huisarts al in het verschiet ziet liggen.

‘Vaak hebben patiënten zélf geen duidelijke vraag’

Dat geldt ook voor preventie. Ook dan hebben patiënten vaak zélf geen duidelijke vraag. Voor huisartsen begint preventie in de spreekkamer, bij de individuele patiënt. Eric van der Hijden en collega’s hebben de in Nederland toegepaste preventieve interventies op een rijtje gezet (D6644): voor vrijwel alle primaire preventieve interventies ligt het initiatief bij de huisarts, voor alle secundaire meer dan de helft. Verwonderlijk is dat natuurlijk niet. Binnen de gezondheidszorg hebben huisartsen het beste zicht op de patiënt: zijn of haar ziekten, leefstijl, psychosociale context... Dat stelt hen in staat om deze preventieve taken goed uit te voeren.

Mensen motiveren tot gedragsverandering is echter vaak lastig en frustrerend, vooral wanneer ze in het dagelijks leven voortdurend worden blootgesteld aan verleidingen die ongezond gedrag aanjagen (D6927). Weten is nog geen doen. Collectieve maatregelen zullen uiteindelijk dan ook veel effectiever zijn. Dat neemt niet weg dat huisartsen zich moeten blijven inzetten voor preventie. Bij voorkeur wanneer dat hand in hand gaat met publieke interventies, zoals momenteel de campagne PUUR rookvrij (D6863).

En dat wekelijkse ziekenhuisbezoek? Hoewel het bordje van de huisarts eigenlijk al overvol is, probeer ik dat toch weer op te pakken.

Auteursinformatie

Contact w.opstelten@ntvg.nl (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties