Misvattingen

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B963

artikel

Sommige aandoeningen zijn aantrekkelijker dan andere. Niet om te hebben, maar om te onderzoeken en te behandelen, als het even kan in aparte poli’s, omdat we door beter begrip er steeds meer aan zouden kunnen doen. Onderzoek naar snotneuzen, schouderluxaties of platvoeten staat en stond in de pikorde altijd een beetje onderaan, maar met onderzoek naar neurologische aandoeningen kun je tegenwoordig prima aankomen. Het is de vraag of het niet vooral de angst van babyboomers om af te takelen is, en niet zozeer de toegenomen behandelmogelijkheden, die onderzoek naar dementie explosief doet toenemen.

We weten door basaal onderzoek ook zeker beter wat er gebeurt in de hersenen van oma als ze dement wordt. Na mijn felle redactioneel in nummer 16 (Bankarrogantie) werd ik door de directie en neuropathologen van de Hersenbank uitgenodigd. Ik kreeg niet alleen een boeiend privécollege over de pathofysiologie van dementie, we spraken ook over het aanpassen van de procedures. Zo gaan ze niet meer iemand aanschrijven die dood is en wiens brein ‘in plakjes’ in de hersenbank ligt en in het obductieverslag gebruiken de neuropathologen voortaan niet alleen vaktaal maar geven ze in een paar regels uitleg voor huisartsen en nabestaanden. Mijn misvatting was dus dat deze bank net zo arrogant was als de gewone banken. Van verkeerd gevouwen eiwitten naar betere zorg is nog een hele stap. Voor de meerderheid van mensen met dementie en hun naasten is het veel belangrijker dat de diagnose goed gesteld wordt en de zorg goed geregeld is. Net als de diagnose diabetes of verkoudheid niet in diabetes- of snotterpoli’s door specialisten gesteld hoeft te worden, hoeft dat bij dementie ook niet, al weten die specialisten vast veel meer van de onderliggende processen dan ik als huisarts. Mensen met dementie hebben doorgaans meer klachten dan alleen die over hun geheugen. Ik snapte dus niet dat het idee bestond dat je de begeleiding van patiënten met een beginnende dementie moest centraliseren, want wat doe je dan met diabetes, hartfalen en COPD? Gelukkig kan deze misvatting na het onderzoek van Els Meeuwsen en collega’s (A6356) onmiddellijk de prullenbak in. Uit eerder onderzoek bleek al dat MRI’s en biomarkers niet veel toegevoegde waarde hebben als je ze netjes ná een geheugentest doet. Specialistische diagnostiek en specialistische begeleiding zijn bij dementie net als bij hoesten en verkoudheid zelden nodig. Er kunnen dus wel wat poli’s weg.

De derde misvatting van deze week is het idee dat de (zomer)kilo’s er met een dieet afgaan. Raad uw patiënt geen afvaldiëten meer aan. Eén keer roepen mag, maar bij het herhalen van de boodschap maakt u ze alleen maar dikker (A6017).

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties