Vergelijking van de effectiviteit van de begeleiding van patiënten en mantelzorgers*

Geheugenpolikliniek of huisarts bij dementie

Onderzoek
Els J. Meeuwsen
René J.F. Melis
Geert C.H.M. van der Aa
Gertie A.M. Golüke-Willemse
Benoit J.M. de Leest
Frank H.J.M. van Raak
Carla J.M. Schölzel-Dorenbos
Desiree C.M. Verheijen
Frans R.J. Verhey
Marieke C. Visser
Claire A. Wolfs
Eddy M.M. Adang
Marcel G.M. Olde Rikkert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6356
Abstract

Samenvatting

Doel

Het onderzoeken van de effectiviteit van geheugenpoliklinieken in vergelijking met huisartsen als het gaat om de behandeling en zorg voor patiënten met dementie en hun mantelzorgers in het 1e jaar na de diagnose.

Opzet

Een gerandomiseerd multicentrisch onderzoek.

Methode

In de periode december 2007-juli 2009 includeerden 9 Nederlandse geheugenpoliklinieken 175 zelfstandig wonende patiënten met een nieuwe diagnose ‘dementie’, samen met hun mantelzorger, in de studie. Hierna werden de deelnemers gerandomiseerd tussen de geheugenpolikliniek of de huisarts voor verdere zorg en begeleiding. Deze zorg en begeleiding bestond uit reguliere zorg. De primaire uitkomstmaten waren de kwaliteit van leven van de patiënt, zoals beoordeeld door de mantelzorger en bepaald met de ‘Quality of life – Alzheimer’s disease’-vragenlijst, en de mantelzorgbelasting bepaald met de ‘Sense of competence’-vragenlijst.

Resultaten

Na 1 jaar follow-up zagen we geen significant verschil in de primaire uitkomstmaten tussen de deelnemers begeleid door de geheugenpolikliniek en de deelnemers begeleid door de huisarts. De kwaliteit van leven in de groep van de geheugenpolikliniek was 0,5 punt hoger (95%-BI: -0,6-1,6), dan die van de huisartsgroep, en de score voor de mantelzorgbelasting was 2,4 punt lager (95%-BI: -5,8-1,0).

Conclusie

Er is geen bewijs gevonden dat de geheugenpolikliniek in het eerste jaar na de diagnose effectiever is dan de huisarts als het gaat om post-diagnostische behandeling en begeleiding van patiënten met dementie.

Trialregistratie: ClinicalTrials.gov identifier NCT00554047.

Auteursinformatie

* Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in British Medical Journal (2012;344:e3086) met als titel ‘Effectiveness of dementia follow-up care by memory clinics or general practitioners: randomised controlled trial’. Afgedrukt met toestemming.

UMC St Radboud, Nijmegen.

Afd. Geriatrie/Radboud Alzheimer Centrum: drs. E.J. Meeuwsen en dr. R.J.F. Melis, onderzoekers; prof.dr. M.G.M. Olde Rikkert, klinisch geriater.

Afd. Epidemiologie, Biostatistiek en HTA: dr. E.M.M. Adang, onderzoeker.

Catharina Ziekenhuis, afd. Geriatrie, Eindhoven.

Drs. G.C.H.M. van der Aa, klinisch geriater.

Rijnstate ziekenhuis, afd. Geriatrie, Arnhem.

Drs. G.A.M. Golüke-Willemse, klinisch geriater.

Elkerliek ziekenhuis, afd. Geriatrie, Helmond.

Drs. B.J.M. de Leest, klinisch geriater.

GGZ Oost-Brabant, Centrum Land van Cuijk, Boxmeer.

Drs. F.H.J.M. van Raak, psycholoog.

Slingeland Ziekenhuis, afd. Geriatrie, Doetinchem.

Dr. C.J.M. Schölzel-Dorenbos, klinisch geriater.

Ziekenhuis Gelderse Vallei, afd. Geriatrie, Ede.

Drs. D.C.M. Verheijen, klinisch geriater.

Maastricht UMC+, afd. Psychiatrie en Neuropsychologie/Alzheimer Centrum Limburg, Maastricht.

Prof.dr. F.R.J. Verhey, zenuwarts; dr. C.A. Wolfs, onderzoeker.

VU medisch centrum, afd. Neurologie/Alzheimer Centrum Amsterdam, Amsterdam.

Dr. M.C. Visser, neuroloog.

Contact drs. E.J. Meeuwsen (E.Meeuwsen@ger.umcn.nl)

Verantwoording

De geheugenpoliklinieken die deelnamen aan de studie zijn: VUmc Amsterdam, Rijnstate ziekenhuis Arnhem, GGZ Oost-Brabant Boxmeer, Slingeland Ziekenhuis Doetinchem, Gelderse Vallei ziekenhuis Ede, Catharina Ziekenhuis Eindhoven, Elkerliek ziekenhuis Helmond, MUMC+ Maastricht en het UMC St Radboud Nijmegen.
Financiële ondersteuning: ZonMw en het UMC St Radboud. Belangenconflict : formulieren met belangenverklaring zijn beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A6356; klik op ‘Belangenverstrengeling’).
Aanvaard op 30 mei 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Els J. Meeuwsen ICMJE-formulier
René J.F. Melis ICMJE-formulier
Geert C.H.M. van der Aa ICMJE-formulier
Gertie A.M. Golüke-Willemse ICMJE-formulier
Benoit J.M. de Leest ICMJE-formulier
Frank H.J.M. van Raak ICMJE-formulier
Carla J.M. Schölzel-Dorenbos ICMJE-formulier
Desiree C.M. Verheijen ICMJE-formulier
Frans R.J. Verhey ICMJE-formulier
Marieke C. Visser ICMJE-formulier
Claire A. Wolfs ICMJE-formulier
Eddy M.M. Adang ICMJE-formulier
Marcel G.M. Olde Rikkert ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Dementie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Miriam
Eliel

 

 

Een boeiend artikel  van Meeuwsen et all. ook alleen al gezien het aantal mensen met dementie. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat er geen bewijs gevonden is dat de geheugenpolikliniek in het eerste jaar na diagnose effectiever is dan de huisarts als het gaat om post-diagnostische behandeling en begeleiding van patieten met dementie.

 

Wat ik mij afvroeg is of op grond van data nog iets gezegd kan worden over de inzet van medicatie, begeleiding en thuiszorg al dan niet met casemanagement in de onderzochte groepen en de invloed daarvan op uitkomsten.

 

Daarnaast lijkt het ook interessant na te gaan hoe de kwaliteit van leven/ mantelzorgbelasting wordt ervaren als de dementie verder gevorderd is.

 

Is het niet te vroeg om de conclusie te trekken dat "dus de zorg/ begeleiding voor mensen met dementie na diagnose even goed bij de huisarts kan plaats vinden"?

 

Miriam Eliel, transmurale projecten Westfries Gasthuis

Matthea
Dijkshoorn

Boeiend artikel waar wij ook onze praktijk ervaring terug lezen, dat vooralsnog niet- medicamenteuze behandeling en begeleiding belangrijker is dan medicatie. Onze geheugenpoli (destijds GGZ OOst Brabant locatie Veghel/ziekenhuis Bernhoven locatie Veghel) heeft gekozen om niet mee te doen aan het onderzoek, vooral omdat huisartsen ook verwezen voor de niet-medicamenteuze behandeling en begeleiding door onze sociaal psychiatrisch verpleegkundigen. 
In de leerpunten noemen jullie alleen de keuze tussen dementiezorg via geheugenpoli of via huisarts. Wij vragen ons af of deze voldoende tijd hebben voor de complexe problematiek tijdens het gehele beloop van de ziekte en of zij de sociale kaart voldoende kennen. Gelukkig hebben jullie het ook over de noodzaak tot verder onderzoek. Wij denken dat de rol van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige,  behandelgroepen, de case manager en de specialist ouderengeneeskunde bij zo'n onderzoek betrokken zou moeten worden.
Wij hebben daar goede ervaringen mee. Naast eventuele medicamenteuze behandeling door een arts of, binnenkort, een verpleegkundig specialist hechten wij grote waarde aan niet-medicamenteuze behandeling. De niet-medicamenteuze behandeling en begeleiding liggen afhankelijk van de complexiteit bij de sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de GGZ of bij de regionale case manager dementie, deze laatsten worden gesuperviseerd door een specialist ouderengeneeskunde.  Daarnaast bieden we binnen de GGZ patiënten bij wie Mild Cognitive Impairment of beginnende dementie (met voldoende ziektebesef en -inzicht) is vastgesteld therapiegroepen aan (zoals de KOP groep en een dagbehandeling), de doelen daarvan zijn behoud en herstel van zelfwaardering en zelfvertrouwen, handhaven van bestaande vaardigheden, verbeteren van omgaan met beperkingen, bevorderen van sociale contacten en logtenotencontact.
Een ander argument om ook de GGZ zorg in nader onderzoek naar behandeling en zorgcoördinatie te betrekken zijn de kosten. In 2009 heeft de VGZ onderzoek gedaan naar zorgkosten van mensen met dementie, daarbij werd alleen AWBZ zorg vergeleken met AWBZ zorg met GGZ zorg, dit laatste gaf een besparing van gemiddeld 48.000 euro per klant (Rapportage onderzoek zorgkostenmonitor dementie(Zorgkantoren) Coöperatie VGZ, 2012).

 

Matthea Dijkshoorn, klinisch geriater, GGZ Oost Brabant

René Burghoorn, specialist ouderengeneeskunde, Brabantzorg

Patricia van Boxtel, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, GGZ Oost Brabant