Metronidazolprofylaxe bij appendectomie

– When to use antimicrobial agents as well as appendicectomy in patients with acute appendicitis is a dilemma. The incidence of complications as a result of (wound) infections is related to the condition of the appendix as found at surgery. If the appendix is not or only slightly infected antibiotic prophylaxis seems unnecessary. If the appendix is gangrenous or is locally perforated antimicrobial agents are not only necessary for prophylaxis but indicated for treatment.

To solve this problem we propose administration of 1 g metronidazole i.v. during induction of anaesthesia. If at surgery the appendix appears to be gangrenous or perforated, the administration of metronidazole should be continued postoperatively for 5 days. The dose should be 3 x 500 mg of metronidazole in suppository form.

Samenvatting

De keuze om een antibacterieel middel te gebruiken bij appendectomie wegens appendicitis is een dilemma. Het vóórkomen van complicaties ten gevolge van (wond)infecties hangt samen met de toestand van de appendix tijdens de operatie. Als de appendix niet of matig ontstoken is, lijkt profylaxe overbodig. Als de appendix echter gangreneus ontstoken of lokaal geperforeerd is, zijn antimicrobiële middelen niet alleen als profylaxe geïndiceerd, maar ook als therapie.

Als oplossing voor dit dilemma stellen de auteurs voor bij de inleiding van de narcose voor de appendectomie 1 gram metronidazol intraveneus toe te dienen. Blijkt de appendix bij de operatie gangreneus ontstoken of geperforeerd te zijn, dan zal postoperatief nog gedurende vijfdagen metronidazol (3 dd 500 mg) in suppositoria moeten worden toegediend.