artikel

- Op 1 september 2000 is prof.dr.E.D.A.M.Schretlen, kort na zijn 81e verjaardag, overleden.
Schretlen studeerde geneeskunde in Utrecht en werkte vervolgens, tijdens het vervullen van de militaire dienstplicht, enige tijd in Indonesië. Hij specialiseerde zich in de kindergeneeskunde, wederom in Utrecht, en vestigde zich - na een periode in Tilburg - in Nijmegen. In 1954 werd hij benoemd tot chef de clinique; hij was in die functie een van de werkers van het eerste uur binnen de afdeling Kindergeneeskunde. In 1965 werd hij benoemd tot hoogleraar, tevens hoofd van de afdeling Kindergeneeskunde. In 1984 beëindigde hij zijn universitaire functie wegens het emeritaat.
In de periode dat Schretlen als kinderarts werkzaam was in Nijmegen, maakte de kindergeneeskunde een stormachtige ontwikkeling door. De kennis van de ziekten waaraan kinderen lijden, nam geweldig toe, terwijl er meer mogelijkheden voor behandeling kwamen. De staf werd aanzienlijk uitgebreid en wat begon als aandachtsgebied groeide uit tot deelspecialisme. Voor zijn oratie koos hij als titel: ‘Accentverschuiving in de kindergeneeskunde. De ziekte als stofwisselingsstoornis op cellulair niveau.’ Aan de zojuist aangeduide ontwikkeling heeft Schretlen een wezenlijke bijdrage geleverd, waarvan de kindergeneeskunde in Nijmegen, en erbuiten, geweldig heeft geprofiteerd.
Schretlen was een uitstekend clinicus, met een grote betrokkenheid bij de zieke kinderen. Hij werd als het ware gegrepen door een probleem, waarin hij zich dan ten gunste van de patiënten zeer verdiepte. Het moge blijken uit de onderzoeken op uiteenlopende terreinen die door zijn promovendi zijn uitgevoerd. Patiënten met verschillende ziekten bezochten zijn spreekuur. Een bijzondere plaats werd evenwel ingenomen door kinderen met kanker.
Naast zijn kwaliteiten als clinicus moge zijn vriendelijkheid vermeld worden. Schretlen had een groot bindend vermogen en hij was er steeds voor alle medewerkers. Hij speelde het klaar, ogenschijnlijk zonder veel moeite, op de afdeling een fantastische werksfeer te creëren waarin eenieder zich graag inspande om de door hem terecht geëiste maximale zorg aan het zieke kind te besteden. Zoals wordt weergegeven in de titel van zijn afscheidscollege heeft het kind in de geneeskunde anno 1984 recht op onverdeelde aandacht.
Het is niet doenlijk Schretlens zeer talrijke functies te memoreren. Ik vermeld slechts dat hij op een inspirerende wijze talrijke assistenten heeft opgeleid, aan wie hij zijn grote liefde voor het zieke kind heeft willen overdragen.
Schretlen was voor allen die hem in de kliniek hebben meegemaakt de uitermate vriendelijke hoogleraar en kinderarts met grote persoonlijke belangstelling en betrokkenheid bij zijn medewerkers. Zij allen gedenken hem in dankbaarheid.
Reacties