Samenvatting
– De frequentie van maligne hyperthermie in Nederland is 1 op 200.000 anesthesieën. Per jaar wordt 5 maal een anesthesie gecompliceerd door een toestand van hypermetabolisme die de dood van de patiënt tot gevolg kan hebben indien niet tijdig wordt gestart met de behandeling (met onder meer dantroleen).
– Door suxamethonium en (of) gehalogeneerde inhalatieanaesthetica kan een maligne-hyperthermiecrisis worden uitgelokt bij mensen met een mutatie in het ryanodinereceptorgen RYR, die overigens geen enkel gezondheidsprobleem hiervan ondervinden.
– Deze aanleg voor maligne hyperthermie erft autosomaal dominant over. Vanwege genetische heterogeniteit is er tot op heden geen genetische diagnostische test voorhanden die voldoende betrouwbaar is.
– Als diagnostische test geldt de in-vitrocontractietest op gebiopteerd spierweefsel. Patiënten die op klinische gronden waarschijnlijk de aanleg hebben (er is een klinisch graderingssysteem ontworpen) en familieleden met een kans op dragerschap van tenminste 25 komen in aanmerking voor deze test.
Reacties