De Supersize Blogs - VI

Maissubsidie voor dure zorg

Corn syrup
Luc Hagenaars

artikel

Als ‘lijstjesfetisjist’ ben ik goed bekend met internationale vergelijkingen waaruit telkens weer blijkt hoeveel de VS uitgeeft aan zorg, in ruil voor een ondermaatse en dalende levensverwachting. In deze blog beschrijf ik met maissubsidies een verrassende ‘grondoorzaak’ van de slechte prijs-kwaliteitverhouding van het Amerikaanse gezondheidssysteem.


Vier triljoen dollar

De VS besteedt ruim 4 triljoen dollar aan zorg, oftewel 18% van het bruto binnenlands product (BBP), ten opzichte van 11% in Nederland en de meeste andere rijke landen. Om het concreet te maken: een goed verzekerde Amerikaanse kennis – wiens chronische ziekte ik om privacyredenen niet verklap – heeft jaarlijks bijna een miljoen dollar aan zorgkosten nodig, waarvan zo’n 17.000 dollar voor eigen rekening komt. Dat kan natuurlijk niet iedereen betalen en daarmee is het geen wonder dat Amerikanen gemiddeld 77 jaar oud worden, terwijl Nederlanders en bijvoorbeeld Costa Ricanen gemiddeld respectievelijk 81,5 en 80,8 jaar worden.

Waarom is de Amerikaanse zorg zo duur? Platgeslagen komt dat neer op hoge prijzen, hoge administratieve kosten en een groot aandeel leefstijlgerelateerde chronische ziekten, welke ook weer bijdragen aan de lage levensverwachting. Amerikaanse economen hebben leefstijl meer in het vizier dan Nederlandse zorgeconomen, omdat het economisch preventiepotentieel veel groter is. Ruim een derde van de Amerikanen heeft obesitas (tegenover 13% in Nederland), en omdat ook veel mensen met een ‘gezond’ gewicht metabool ziek zijn, is slechts 7% van de Amerikaanse volwassenen metabool gezond. Van het Amerikaanse BBP gaat 4,4 à 9,3% (1,7 triljoen dollar) verloren aan zorgkosten en productiviteitsverlies door leefstijlgerelateerde metabole aandoeningen. Daarnaast geeft de VS met name geld uit aan curatieve zorg. Slechts 8% van het zorggeld gaat naar langdurige zorg (29% in Nederland), terwijl Nederland slechts een 1 procentpunt groter aandeel 80-plussers heeft. Dit is belangrijk omdat preventie met name curatieve zorgkosten bespaart.

Obesitas drukt de winstgevendheid van werkgevers in het bijzonder, omdat zij de grootste financier van zorgverzekeringen zijn en dus voor de groeiende chronische ziektelast aan de lat staan. Hoe kan het dan dat de VS toch nauwelijks serieus actie onderneemt om overgewicht terug te dringen?

De politieke economie van high-fructose corn syrup

Voor deze trillion dollar question moet je de politieke economie onder de loep nemen: de economische tak van sport die zich richt op de interactie tussen markt en politiek. Een belangrijke verklaring voor de slechte metabole gezondheid van Amerikanen ligt in de hoeveelheid suiker die in Amerikaanse voeding verwerkt zit. Amerikanen krijgen gemiddeld 66,1 kg suiker per jaar binnen (41,5 kg in Nederland). Dit komt voor een groot deel omdat mais al decennia stevig wordt gesubsidieerd. Er gelden bepaalde afnamegaranties, met als gevolg meer maisaanbod dan -vraag. Dit maakte het aantrekkelijk om te investeren in voedingstechnologie om iets met al die mais te doen. Dit leidde tot de introductie van high-fructose corn syrup in de jaren 70, een door deze subsidieconstructie zeer goedkope zoetmaker en vershouder. High-fructose corn syrup maakte een groei van 1000% door tussen 1970 en 1990, waardoor het ondertussen verantwoordelijk is voor 40% van de toegevoegde suikers in voedingsproducten. Het metabole probleem is dat fructose meer leververvetting veroorzaakt dan glucose, omdat het niet gepaard gaat met afscheiding van insuline en leptine: twee hormonen die voor verzadiging zorgen. Onderzoek laat zien dat overconsumptie van high-fructose corn syrup niet-alcoholische leververvetting en in haar spoor een heel scala van chronische ziekten en cardiometabole risicofactoren met zich meebrengt, zoals diabetes, nierstenen, jicht, hoge bloeddruk en een verhoogd cholesterol.

Waarom wordt mais gesubsidieerd? Mais wordt vooral verbouwd in dunbevolkte staten. Politici die dunbevolkte staten vertegenwoordigen hebben relatief meer macht, omdat elke staat twee senatoren heeft. Californië heeft 40 miljoen mensen en 2 senatoren; Wyoming heeft nog geen 600.000 inwoners en 2 senatoren. Met name Iowa produceert veel mais. Iowa heeft buitensporig veel invloed, omdat bij presidentiële voorverkiezingen telkens als eerste in Iowa wordt gestemd. Het is dus politiek onaantrekkelijk om maissubsidies in twijfel te trekken.

Hoe landbouw, handel en volksgezondheid samenhangen

Wat leert dit ons in Nederland? Allereerst dat een systeem- en lange termijnperspectief nodig is om epidemieën van metabole aandoeningen te begrijpen. Specifiek bij voeding is het landbouwbeleid van belang. Ook in Europa hangt het landbouwbeleid van subsidies aan elkaar vast. Wist je bijvoorbeeld dat EU-landen suikerbietenproducenten kunnen subsidiëren? In die zin is een suikertaks op gesubsidieerde suiker best een raar verschijnsel. Een verschijnsel dat een rol verdient in de roerige Nederlandse landbouwpolitiek.

Daarnaast moeten we niet vergeten dat de voedingsmarkt bij uitstek internationaal is. Ook in Nederland is door het overaanbod van Amerikaanse mais op de wereldmarkt steeds meer high-fructose corn syrup in ons voedsel terecht gekomen. Handelsverdragen hebben dus ook een rol in het keren van de epidemie van metabole aandoeningen. Kortom: als we beter willen snappen hoe preventie kan bijdragen aan een gezondere economie, hebben we meer aan de kennis van landbouw- en handelseconomen, dan aan de kennis van zorgeconomen.

lees alle Supersize Blogsover luc hagenaars volg NTvG gezonde zorg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

trillion is niet triljoen, maar biljoen, scheelt een factor miljoen

Rudi Linders