Klinische ineffectiviteit van gecombineerde vaccinatie met 7-valent pneumokokkenconjugaatvaccin en 23-valent pneumokokkenpolysacharidevaccin bij kinderen met recidiverende acute otitis media; een gerandomiseerd dubbelblind onderzoek

Onderzoek
R.H. Veenhoven
D. Bogaert
A.G.M. Schilder
C.S.P.M. Uiterwaal
G.T. Rijkers
P.W.M. Hermans
E.A.M. Sanders
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:2220-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de effectiviteit van gecombineerde vaccinatie met 7-valent pneumokokkenconjugaatvaccin, gevolgd door 23-valent pneumokokkenpolysacharidevaccin bij kinderen met recidiverende otitis media acuta (OMA).

Opzet

Prospectieve, gerandomiseerde, dubbelblinde studie.

Methode

383 kinderen van 1-6 jaar oud, die in het voorafgaande jaar tenminste 2 OMA-episoden hadden doorgemaakt, werden geïncludeerd. Randomisatie vond plaats binnen 4 groepen volgens leeftijd (12-24 maanden en 25-83 maanden) en het aantal OMA-episoden in het voorafgaande jaar (2-3 OMA-episoden en 4 of meer episoden). De kinderen van de interventiegroep werden gevaccineerd met het 7-valente pneumokokkenconjugaatvaccin, gevolgd door het 23-valente pneumokokkenpolysacharidevaccin. De controlegroep werd gevaccineerd met hepatitis-A- of -B-vaccins. Gedurende een follow-up van 18 maanden werden alle OMA-recidieven vastgelegd. Secundaire uitkomstmaten waren nasofaryngeaal dragerschap van pneumokokken en pneumokokken als verwekkers van recidief-OMA-episoden.

Resultaten

Na pneumokokkenvaccinatie werd in vergelijking met controlevaccinatie geen afname gevonden van OMA-episoden (‘intention to treat’-analyse: relatief risico: 1,25; 95-BI: 0,99-1,57). In de nasofarynx werd een verschuiving waargenomen van conjugaatvaccintypepneumokokken naar niet-vaccintypen.

Conclusie

Een combinatie van het 7-valente pneumokokkenconjugaatvaccin en het 23-valente pneumokokkenpolysacharidevaccin voorkomt OMA-episoden niet bij kinderen > 1 jaar die al herhaalde OMA-episoden hebben doorgemaakt.

Auteursinformatie

Spaarne Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 1644, 2103 BR Haarlem.

R.H.Veenhoven, kinderarts.

Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam.

Afd. Kindergeneeskunde: mw.D.Bogaert, assistent-geneeskundige.

Laboratorium Kindergeneeskunde: dr.P.W.M.Hermans, microbioloog.

Universitair Medisch Centrum Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht.

Afd. KNO-heelkunde: mw.dr.A.G.M.Schilder, kno-arts/epidemioloog.

Divisie Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde: dr.C.S.P.M.Uiterwaal, klinisch epidemioloog.

Afd. Immunologie: dr.G.T.Rijkers, medisch immunoloog; mw.dr.E.A.M. Sanders, kinderarts-immunoloog.

Contact R.H.Veenhoven

Verantwoording

Dit artikel is geschreven namens de OMAVAX-studiegroep, waarvan de overige deelnemers achteraan dit artikel zijn vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties