Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een man met oligurie na een prostaatoperatie

Klinische praktijk
I.J. de Jong
H. Veeken
K. van der Heide
W. Hart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2720-7
Abstract

Opzet van dit artikel

De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Daarbij is het commentaar van ervaren clinici, die niet betrokken waren bij de behandeling van de patiënt, onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie.

ziektegeschiedenis

Patiënt A is een 70-jarige man met hypogonadaal hypogonadisme, die testosteronsuppletie krijgt. Hij heeft een verhoogde concentratie prostaatspecifiek antigeen (PSA). Wegens een histologisch vastgesteld prostaatcarcinoom zonder aanwijzingen voor metastasen in de regionale lymfeklieren of op afstand (klinisch stadium T2) ondergaat hij een extraperitoneale laparoscopische radicale prostatectomie. De voorgeschiedenis vermeldt een niersteenkoliek, hypertensie, osteoporose op basis van hypergonadotroop hypogonadisme, en diepe veneuze trombose. De medicatie bestaat uit acenocoumarol, alendroninezuur 70 mg 1 maal per week, calcium 1000 mg dd, vitamine D 400 E dd, amlodipine 10 mg dd, enalapril 20 mg dd en labetalol 400 mg 2 dd. De testosteronsuppletie is gestaakt nadat de diagnose ‘prostaatcarcinoom’…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Urologie, Groningen.

Hr.dr.I.J.de Jong, uroloog; mw.K.van der Heide, assistent-geneeskundige.

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Postbus 75.971, 1070 AZ Amsterdam.

Hr.dr.H.Veeken, huisarts en uitvoerend hoofdredacteur.

Hr.dr.W.Hart, internist n.p., Naarden.

Contact hr.dr.H.Veeken (veeken@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties