Isidore Snapper (1889-1973) en Bedside medicine

Perspectief
Jan van Gijn
Joost P. Gijselhart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2647
Abstract

Isidore Snapper, internist, docent en onderzoeker, vatte zijn leven zelf samen in stenografische notities, maar kon zijn memoires niet voltooien. Maar zijn aantekeningen zijn later alsnog uitgewerkt.1

Snapper werd geboren in Amsterdam; zijn vader David was er diamantslijper, net als zijn grootvader Isidore. De leergierigheid van Snapper bracht hem op het Barlaeus gymnasium, al konden zijn ouders nauwelijks de boeken betalen. Hij deed na de vijfde klas meteen staatsexamen.

De studie geneeskunde boeide hem pas echt bij de klinische en poliklinische colleges, vooral die van P.K. Pel. Het was ook Pel die de coassistent Snapper een half jaar naar Londen uitzond voor experimenteel werk in wat nu tumorimmunologie zou heten. Een assistentschap verloskunde in Utrecht werd een mislukking omdat de hoogleraar (Kouwer) gruwde van de ’Franse methoden’ die zijn collega Treub in Amsterdam onderwees. Snapper week uit naar Groningen, voor onderzoek bij de fysioloog Hamburger (1859-1924) dat resulteerde in…

Auteursinformatie

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Prof. dr. J. van Gijn, curator medisch-historische bibliotheek; drs. J.P. Gijselhart, cultuurfilosoof en bibliothecaris.

Contact prof.dr. J. van Gijn (Jan@vanGijn.com)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: J.P. Gijselhart heeft een deeltijdaanstelling bij de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Aanvaard op 15 oktober 2010

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In het NTvG las ik het artikel over Isidore Snapper.

Misschien vinden u en uw mede-auteur het wel aardig een paar bijzonderheden over hem te horen, die ik mij herinner.

Mijn vader was vanaf 1933 huisarts in Brielle.

In 1936 of 1937 had hij een patiënt met hevige rugklachten, waarvoor geen oorzaak werd gevonden, ook niet bij een specialist in Rotterdam.

Op aandrang van de patiënt werd een consult gevraagd van Professor Snapper.

Mijn vader ging op een zaterdag met zijn patiënt naar Rotterdam, naar het Zuiderziekenhuis.

Professor Snapper kwam in een eigen vliegtuigje aangevlogen naar het vliegveld Waalhaven.

Hij reed naar het Zuiderziekenhuis, onderzocht de patiënt en stelde vast dat er sprake was wervelmetastases bij een longcarcinoom.

Na het consult ging hij meteen weer naar het vliegveld en vloog naar Eindhoven of een andere stad, voor een volgend consult, en vandaar naar Enschede waar hij de volgende dag een voetbalwedstrijd in de Eerste Klasse moest fluiten - want hij was ook scheidsrechter bij de KNVB.

De diagnose bleek juist te zijn.

Mijn vader was diep onder de indruk en vertelde mij dat in die tijd de diagnose longcarcinoom nog maar weinig werd gesteld, en de diagnose botmestases nog minder.

In 1964 was ik een paar maanden in Israël en ontmoette daar de longarts Adler, die in 1938 uit Oostenrijk naar Nederland was gevlucht.

Hij was in Amsterdam gekomen en ontmoette daar professor Snapper.

Snapper hoorde zijn geschiedenis en schudde zijn hoofd. 'Je bent niet ver genoeg gevlucht.'

Adler overleefde de oorlog als onderduiker, maar Snapper had gelijk gehad, dat was duidelijk.

In 1970 ging ik als arts in Kenia werken.

Een van de medische boeken die ik bij me had was 'Bedside Medicine', waar ik af en toe 's avonds in las, ook in hoofdstukken die gingen over onderwerpen waar ik in zo'n afgelegen ziekenhuis in Maasailand weinig of niets mee te maken had, zoals hyperparathyreoidie.

Op een of andere, niet onder woorden te brengen manier lieten ze me zien waar het in de geneeskunde werkelijk om gaat.

Mijn ontzag voor Snapper was en is groot.

Met vriendelijke groet,

A.O.H.Tellegen.