Huidige inzichten in therapie en prognose van chronisch boezemfibrilleren

Klinische praktijk
I.C. van Gelder
H.J.G.M. Crijns
A.T.M. Gosselink
K.I. Lie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1002-8

Zie ook de artikelen op bl. 996, 1000, 1018, 1025 en 1037.

Chronisch boezemfibrilleren is een ritmestoornis waar 0,4 van de volwassen bevolking aan lijdt. De prevalentie stijgt met de leeftijd tot 2-4 van de bevolking ouder dan 60 jaar (figuur 1).1 De aandoening zal frequenter voorkomen door de toegenomen vergrijzing van de bevolking en door de toename van hartfalen en hypertensie. Reumatisch kleplijden, voorheen de frequentste onderliggende ziekte, komt momenteel steeds minder voor (figuur 2).2-4

Boezemfibrilleren kan paroxismaal of chronisch plaatsvinden. Dit artikel behandelt alleen de chronische vorm, gedefinieerd als boezemfibrilleren dat continu en langer dan 24 uur voorkomt. Deze definitie heeft het praktische voordeel dat met behulp van een 24-uurs Holter-registratie intermitterend sinusritme uitgesloten kan worden. Als daarnaast alle voorafgaande elektrocardiogram (ECG)-registraties eveneens boezemfibrilleren tonen, dan staat de diagnose ‘chronisch boezemfibrilleren’ vast. Het is van groot belang een onderscheid tussen deze beide vormen…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Thoraxcentrum, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

Mw.dr.I.C.van Gelder en dr.A.T.M.Gosseling, assistent-geneeskundigen; prof.dr.K.I.Lie en dr.H.J.G.M.Crijns, cardiologen.

Contact prof.dr.K.I.Lie

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties