Hedendaagse behandeling van kinderen met juveniele chronische artritis

Klinische praktijk
W. Kuis
E.R. de Graeff-Meeder
P.J.M. Helders
W. Keessen
G. Sinnema
J.W. Stoop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2602-5

Juveniele chronische artritis (JCA) is een ziekte bij kinderen die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van één of meer gewrichten. Gezien de geringe overeenkomst met reumatoïde artritis, één van de meest voorkomende gewrichtsaandoeningen bij volwassenen, wordt de benaming juveniele reumatoïde artritis in Europa zoveel mogelijk vermeden. De diagnose wordt per exclusionem gesteld, hetgeen betekent dat vele andere ziektebeelden die chronische gewrichtsklachten geven, zoals artralgieën en artritiden, uitgesloten dienen te worden.1 Om de diagnose JCA te stellen moet voldaan worden aan criteria die in Europa (EULAR-criteria) of in de Verenigde Staten (ARA-criteria) gesteld zijn.23

Juveniele chronische artritis is een aandoening met een heterogeen ziektebeeld. Er kunnen enkele subgroepen onderscheiden worden op grond van verschillen in klinische expressie, reactie op medicamenten en uiteindelijke prognose:4

– gelokaliseerde JCA: polyarticulaire artritis met (a) een seronegatieve (bij 20-30 van de patiënten met JCA) of (b) een seropositieve vorm (bij 5-10)…

Auteursinformatie

Wilhelmina Kinderziekenhuis, Universiteitskliniek voor Kinderen en Jeugdigen, Postbus 18009, 3501 CA Utrecht.

Afd. Kindergeneeskunde: dr.W.Kuis, mw.E.R.de Graeff-Meeder en prof.dr.J.W.Stoop, kinderartsen.

Afd. Fysiotherapie: P.J.M.Helders, fysiotherapeut.

Afd. Orthopedie: dr.W. Keessen, orthopedisch chirurg.

Afd. Klinische Psychologie: G.Sinnema, klinisch psycholoog.

Contact prof.dr.J.W.Stoop

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Utrecht, februari 1990,

De visie van collega Borst op de gewenste en noodzakelijke benadering van patiënten met een JCA spoort fraai met de door ons bepleite aanpak: er ligt hier een taak voor een multidisciplinair team. Van wezenlijk belang voor de kwaliteit van zorg die geboden kan worden, zijn kennis van en ervaring met patiënten met een JCA. Vanzelfsprekend kan een revalidatieteam voor kinderen, wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan, zo'n multidisciplinair team zijn, zoals bij het team van collega Borst het geval is. Niet altijd echter is het aantal patiënten met een JCA in zo'n team voldoende groot om die kennis en ervaring op te bouwen en te onderhouden. De samenstelling van ons JCA-team, zoals aangegeven in ons artikel, reflecteert mede het derde-echelonskarakter van zijn functie.

W. Kuis
E.R. de Graeff-Meeder