Halothaan en hepatitis

Opinie
L.H.D.J. Booij
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:267-9

Sinds de introductie van halothaan in de klinische anesthesiologie in 1956 en de beschrijving van het eerste geval van halothaanhepatitis in 1958 zijn talloze artikelen en commentaren hierover gepubliceerd. De vermeende diagnose halothaanhepatitis vormt een voortdurende bron van discussies tussen internisten en anesthesiologen. Naar mijn persoonlijke mening wordt het belang van de halothaanhepatitis daarbij veelvuldig overtrokken en buiten de proporties van de klinische feiten gebracht.

Het antwoord op de vraag of halothaanhepatitis werkelijk bestaat, moet zonder enige twijfel bevestigend worden beantwoord. Ze dient echter niet in een ander licht te worden bezien dan iedere vorm van hepatitis ten gevolge van farmaca, zoals bij gebruik van onder andere tetracyclinen, paracetamol, methyldopa en isoniazide bekend is. Hoewel halothaanhepatitis van deze chemische hepatitiden de minst voorkomende is, krijgt ze meer – en dan nog een extra beladen – aandacht dan de overige. Dit komt waarschijnlijk omdat de sterfte aan halothaanhepatitis uitzonderlijk hoog is…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis der Vrije Universiteit, afd. Anesthesiologie, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Prof.dr.L.H.D.J.Booij, anesthesioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties