Functionele behandeling van Colles-fracturen en het verband tussen anatomisch herstel en functie

Onderzoek
H.P. de Bruijn
L. Volovics
J.W.J.L. Stapert
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:723-8
Abstract

Samenvatting

Functionele behandeling van Colles-fracturen is een relatief nieuwe behandelingsmethode, waarbij door middel van een functionele koker of bandage vroege beweging mogelijk is. Hiermee streeft men naar een sneller en beter functioneel herstel. Vroege beweging kan leiden tot een slecht anatomisch resultaat. Of dit ook leidt tot een slecht functioneel resultaat, is op grond van de literatuur onduidelijk, aangezien de invloed van anatomie op functie tot nu toe niet onderzocht bleek te zijn.

Uit ons prospectief onderzoek blijkt dat de voordelen van behandeling met een functionele onderarmspalk ten opzichte van conventionele behandeling met gips bij aanvankelijk verplaatste Colles-fracturen slechts gering zijn. Een duidelijk voordeel van functionele behandeling, namelijk een sneller functioneel herstel, wordt wel gezien bij niet of weinig verplaatste, stabiele Colles-fracturen (volaire hoek ≥ 0°). Voor dergelijke fracturen is behandeling met een zwachtel na één week immobilisatie met een gipsspalk de aangewezen behandeling.

Er kon geen oorzakelijk verband tussen het anatomische en functionele eindresultaat gevonden worden.

Om verbetering van het functionele resultaat na behandeling van een Colles-fractuur te bereiken lijkt het voorkómen en (of) goed behandelen van complicaties belangrijker te zijn dan het streven naar verbetering van de behandelingsmethoden of naar verbetering van het anatomische resultaat.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Heelkunde, Maastricht.

Dr.H.P.de Bruijn, plastisch chirurg (thans: Academisch Ziekenhuis, afd. Plastische en Reconstructieve Chirurgie en Handchirurgie, Postbus 30001,9700 RB Groningen); dr.J.W.J.L.Stapert, chirurg.

Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht.

L.Volovics, statisticus.

Contact dr.H.P.de Bruijn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rijswijk, april 1989,

Het lijkt ons niet toevallig dat er kort voor het artikel van collega De Bruijn et al. (1989;723-8) een ander artikel verscheen in dit tijdschrift over de voordelen van functionele behandeling van fracturen van de onderarm.1 De historische beschrijving van de ontwikkeling van deze therapie is onzes inziens in beide artikelen te beperkt. Samengevat komt deze beschrijving neer op twee mannen:

In de westerse wereld is er in den beginne Böhler, die ons allen leerde behalve de fractuur ook de belendende gewrichten langdurig te immobiliseren. Daarna is er Sarmiento, die in de zeventiger jaren in de Amerikaanse literatuur vraagtekens zet bij langdurige immobilisatie. In de Europese literatuur wordt die aanzet tot functionele behandeling in de jaren tachtig overgenomen.

Sarmiento was echter niet de eerste die een vinger op de zere plek van het gips legde. In de traditionele geneeskunde van diverse culturen is het al een eeuwenoud principe om fracturen zonder complicaties zeer beperkt te immobiliseren. Wij zagen in Dormaa District, Ghana, in het kader van een samenwerkingsproject tussen het districtsziekenhuis en traditionele genezers, de positieve effecten van functionele fractuurbehandeling met een brace van bamboe-stokjes die de belendende gewrichten mobiel laat.2

Bij ongecompliceerde fracturen zoekt de bevolking meestal behandeling bij een traditionele ‘bone-setter’, bij complicaties blijkt men eerder geneigd westerse hulp te zoeken in het ziekenhuis. Deze bevinding stemt overeen met de conclusie van De Bruijn et al. dat bij Colles-fracturen zonder complicaties reeds vroeg gemobiliseerd kan worden. Tijdens een cursus voor deze traditionele genezers in Dormaa bleek men zeer vereerd toen één van ons vertelde dat de huidige trend in de westerse wereld ook een vroege mobilisatie is van de betreffende extremiteit. Klaarblijkelijk is hun eeuwenoude behandeling moderner dan ze zelf beseffen.3

SJ. Zwart
H.W.A. Voorhoeve
Literatuur
  1. Raay JJAM van, Logghe R, Werken Chr van der. Behandeling van geïsoleerde fracturen van de ulnaschacht volgens Sarmiento. [LITREF JAARGANG="1989" PAGINA="507-9"]Ned Tijdschr Geneeskd 1989; 133: 507-9.[/LITREF]

  2. Twumasi PA. Medical systems in Ghana. Tema: Ghana Publishing Corporation, 1975.

  3. Akerele O. The best of both worlds: bringing traditional medicine up to date. Soc Sci Med 1987; 24: 177-81.

Groningen, mei 1989,

Wij danken collegae Zwart en Voorhoeve voor hun aanvulling op het historische en culturele perspectief van de huidige fractuurbehandeling. De ervaringen van twee auteurs (dB en S) opgedaan gedurende drie jaar werkzaamheden in Oost-Afrika, bevestigen de mening dat op basis van ervaring en intuïtie goede therapieën in ontwikkelingslanden ontstaan zijn.

In China blijkt men in de traditionele geneeskunde al eeuwen een functionele behandelingsmethode met behulp van bamboelatjes te gebruiken, die qua werking overeenkomt met de door ons gebruikte functionele onderarmspalk.1 Het is momenteel vooral aan de westerse geneeskunde de opdracht om behandelingsmethoden, die op grond van ervaring en intuïtie gebruikt worden, wetenschappelijk te evalueren. Wat betreft de Colles-fractuur blijken de door de collegae Zwart en Voorhoeve vermelde traditionele behandelingsmethoden inderdaad adequaat voor zover het om weinig of niet verplaatste fracturen gaat. Actueler voor de organisatie van de Nederlandse-geneeskunde is evenwel lering te trekken uit de ervaringen in ontwikkelingslanden met het noodgedwongen stellen van prioriteiten bij uitgaven in de gezondheidszorg, nu ook het plafond van de uitgaven in de Nederlandse gezondheidszorg bereikt lijkt te zijn.

H.P. de Bruijn
J.W.J.L. Stapert
L. Volovics
Literatuur
  1. Chow YC, Fang HC, Shang TY, et al. The integration of modern and traditional Chinese medicine in the treatment of fractures. IV. Treatment of Colles‘ fractures. Chin Med J 1964; 83: 425-9.