Samenvatting
Doel
Inventariseren hoe de ervaringen zijn van nabestaanden van orgaan- en weefseldonoren direct vóór, tijdens en vlak na de donatieprocedure.
Opzet
Enquête.
Methode
Op twee landelijke contactdagen voor nabestaanden van orgaan- en weefseldonoren in 1995 en in 1998, waarop 10 van de families van alle donoren tussen 1991 en 1998 vertegenwoordigd was, vulden de bezoekers een vragenlijst in. Deze lijst bevatte overwegend vragen naar het oordeel over de bejegening door de verschillende gezondheidszorgmedewerkers rond de donatieprocedure. Het oordeel werd aangegeven op een 7-puntsschaal.
Resultaten
De meeste nabestaanden keken met tevredenheid terug op de gang van zaken rond de donatie in het ziekenhuis en direct daarna; de oordelen vielen gemiddeld tussen ‘een beetje tevreden’ en ‘tevreden’. De nabestaanden die te maken hadden met een nierdonatieprocedure bij een hartdode donor waren in vergelijking met degenen bij wie het ging om een hersendode zowel tevredener over het gesprek waarin het overlijden werd meegedeeld als over het gesprek waarin donatie aan de orde kwam. In 1998 oordeelde men op enkele aspecten positiever dan in 1995, bijvoorbeeld over de uitleg van het begrip ‘hersendood’. De tevredenheid werd het meest beïnvloed door de manier waarop het overlijden werd meegedeeld en door de nazorg door de transplantatiecoördinator. Daarnaast waren het moment waarop donatie ter sprake werd gebracht (niet op hetzelfde moment als het overlijdensbericht) en het moment van afscheid nemen belangrijk.
Reacties