Epidemische verheffing van verscheidene genotypen van vancomycineresistente Enterococcus faecium in een academisch ziekenhuis

- After a report of a possible relationship between an outbreak of vancomycin-resistant enterococci (VRE) in a nearby hospital and earlier admission of two of the patients with this VRE in the University Medical Centre of Utrecht (UMCU), the Netherlands, an extensive search for VRE carriers was started in the UMCU. In the study period of two months, VRE carriership was diagnosed in 51 patients in nine of the 11 wards investigated. Twenty-six patients in eight wards were colonized with the same VRE genotype as in the nearby hospital; spread was demonstrated in three wards. In addition, six patients of one ward were colonized with a second genotype and seven other patients with a third genotype, while 12 patients were carriers of a unique genotype. Most carriers were found in the internal medicine/nephrology and dialysis ward. Far-reaching measures (such as cohort nursing, admission stops, use of gowns and gloves, desinfection and restriction of use of vancomycin) taken in the four wards where spread was demonstrated, appeared effective but in threee wards, spread was again demonstrated later. Frequent readmissions and transfers of patients appear to play an important part in this matter. None of the 51 colonized patients developed a serious VRE infection.

Samenvatting

Na melding van een mogelijke relatie tussen een epidemische verheffing van vancomycineresistente enterokokken (VRE) in een naburig ziekenhuis en eerdere opname van 2 van de patiënten met deze VRE in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) werd in mei 2000 uitgebreide surveillance naar VRE-dragerschap in het UMCU gestart. In de onderzoeksperiode van 2 maanden werd VRE-dragerschap bij 51 patiënten op 9 van de 11 onderzochte verpleegafdelingen geconstateerd. Er waren 26 patiënten op 8 afdelingen gekoloniseerd met hetzelfde VRE-genotype als in het naburige ziekenhuis; verspreiding werd aangetoond op 3 afdelingen. Daarnaast waren 6 patiënten van één afdeling gekoloniseerd met een tweede genotype en 7 andere patiënten met een derde genotype, terwijl 12 patiënten drager waren van een uniek genotype. De meeste dragers werden aangetroffen op de afdeling Nefrologie/Gastro-enterologie en de dialyseafdeling. Uitgebreide maatregelen (zoals cohortverpleging, opnamestops, gebruik van schorten en handschoenen, desinfectiemaatregelen en restrictie van vancomycinegebruik) ingesteld op de 4 afdelingen waar verspreiding was aangetoond, leken effectief, maar op 3 afdelingen werd later opnieuw verspreiding aangetoond. Het feit dat patiënten regelmatig heropgenomen en overgeplaatst werden, lijkt hierbij een belangrijke rol te spelen. Bij geen van de 51 gekoloniseerde patiënten ontwikkelde zich een ernstige infectie met VRE.

Artikelinformatie

Aanvaard op

7 november 2000

29 december 2000

In print verschenen in

week 53 2000

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:2572-6

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht.

Eijkman-Winkler Instituut voor Microbiologie, Infectieziekten en Ontsteking, afd. Ziekenhuishygiëne en Infectiepreventie: mw.dr. E.M.Mascini en mw.dr.A.J.L.Weersink, artsen-microbiologen; mw. A.C.M.Gigengack-Baars en mw.T.E.M.Kamp-Hopmans, ziekenhuishygiënisten.

Divisie Interne Geneeskunde, afd. Nefrologie: dr.R.J.Hené, nefroloog.

Contact Divisie Interne Geneeskunde, afd. Infectieziekten & Aids: dr.M.J.M. Bonten, internist