Een patiënt met zeer ernstige immuunhemolytische anemie veroorzaakt door diclofenac

F.H. Heyning
M. Hoogendoorn
M.S. Harvey
J.W.R. Nortier
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:37-9
Abstract

Samenvatting

Bij een 77-jarige man werd een immuunhemolytische anemie vastgesteld. Patiënt presenteerde zich met koorts, icterus en een oligurische nierinsufficiëntie. Hij gebruikte sinds kort diclofenac. Aanvullend onderzoek toonde een directe-antiglobuline-(Coombs-)testpositieve hemolytische anemie en trombopenie. Met de zogenaamde ‘microtube-card-gel-agglutinatietest’ werden antistoffen tegen diclofenacmetabolieten aangetoond. Na staken van het geneesmiddel, kortdurende behandeling met prednison en hemodialyse gedurende 2 dagen herstelde patiënt. Hemolytische anemie na gebruik van diclofenac is zeldzaam. Deze kan worden veroorzaakt door complementbindende antistoffen die uitsluitend aan erytrocyten binden in aanwezigheid van diclofenac of metabolieten ervan. Het is van belang deze zeldzame, maar zeer ernstige complicatie van diclofenacgebruik tijdig te onderkennen en met de juiste laboratoriumtests aan te tonen. De behandeling bestaat uit het staken van de medicatie en ondersteunende maatregelen, eventueel in combinatie met immuunsuppressiva.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Afd. Algemene Interne Geneeskunde: hr.F.H.Heyning, assistent-geneeskundige.

Afd. Hematologie: hr.M.Hoogendoorn, internist.

Afd. Immunohematologie: hr.dr.M.S.Harvey, klinisch chemicus.

Afd. Klinische Oncologie: hr.prof.dr.J.W.R.Nortier, internist.

Contact hr.F.H.Heyning (f.h.heyning@lumc.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

M.
van der Molen-Eijgenraam

's-Hertogenbosch, januari 2004,

Heyning et al. beschrijven een casus van een 77-jarige man bij wie zich een zeer ernstige immuunhemolytische anemie ontwikkelde kort na de start van diclofenacgebruik (2004:37-9). Het aantonen van diclofenacmetabolieten met de ‘microtube-card’-gel-agglutinatietest als oorzaak voor de hemolytische anemie is interessant. Wij vragen ons af in hoeverre de door hen toegepaste diagnostiek afwijkt van de Sanquin-diagnostiek,1 2 en in hoeverre hun methode ter beschikking staat van andere ziekenhuizen.

Heyning et al. beschrijven dat de patiënt bij ontslag is geïnstrueerd om in de toekomst nooit meer diclofenac te gebruiken. Hierbij wordt echter niet ingegaan op de mogelijkheid dat deze bijwerking ook zou kunnen optreden bij gebruik van andere NSAID's. Hoewel er in de literatuur geen ondersteuning voor is gevonden, is het op theoretische gronden niet ondenkbaar dat er kruisreactiviteit bestaat met andere NSAID's betreffende het optreden van immuunhemolytische anemie en dan met name de NSAID's die structureel verwant zijn aan diclofenac en behoren tot de groep van de azijnzuurderivaten. In de literatuur zijn casussen beschreven van hemolytische anemie door sulindac, een aan diclofenac verwant NSAID dat behoort tot de azijnzuurderivaten.3-5 Echter, ook van veelgebruikte NSAID's die niet behoren tot de azijnzuurderivaten, zoals ibuprofen en naproxen (beide propionzuurderivaten), zijn in de literatuur casussen beschreven van ernstige hemolytische anemie.6 7 De vraag aan de auteurs is of zij zich zouden kunnen verenigen met het advies om uit voorzorg voortaan het gebruik van diclofenac en andere NSAID's te vermijden. Hierbij moet de patiënt er ook op worden gewezen dat diclofenac, ibuprofen en naproxen ook receptvrij verkrijgbare geneesmiddelen zijn.

Het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb heeft in 2001 in het Geneesmiddelenbulletin aandacht gevraagd voor hemolytische anemie door diclofenac.8 Op dat moment beschikte Lareb over 3 meldingen van deze bijwerking. Sinds het verschijnen van deze publicatie zijn nog eens 3 meldingen door Lareb ontvangen van dezelfde bijwerking. De wereldwijde bijwerkingendatabank van de WHO bevat inmiddels 70 meldingen van hemolytische anemie bij gebruik van diclofenacbevattende geneesmiddelen. In totaal beschikt de WHO-databank over 399 meldingen van hemolytische anemie bij gebruik van NSAID's, waarvan 178 (45%) bij gebruik van azijnzuurderivaten. Het aantal meldingen van diclofenacgeïnduceerde hemolytische anemie bij het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb en de WHO ondersteunt de suggestie die Heyning et al. weergeven, te weten dat de incidentie hoger ligt dan 1 op de miljoen gebruikers (0,0001%). De officiële productinformatie van diclofenac vermeldt overigens een incidentie van 0,01-0,1%.9

M. van der Molen-Eijgenraam
W.L. Diemont
Literatuur
  1. Autoimmuun trombocytopenie/granulocytopenie. In: Vademecum CLB Diagnostisch onderzoek. Hfdst 6. Amsterdam: Sanquin Diagnostiek; 2003. p. 138-40.

  2. Hemolytische anemieën. In: Vademecum CLB Diagnostisch onderzoek. Hfdst 5. Amsterdam: Sanquin Diagnostiek; 2003. p. 118-21.

  3. Girard D, Damon H, Diday M, Vallas M, Meyer F, Savoye B. Anémie hémolytique aiguë immunoallergique induite par le sulindac. Rev Med Interne 1994;15:217-8.

  4. Johnson jr FP, Hamilton HE, Liesch MR. Immune hemolytic anemia associated with sulindac. Arch Intern Med 1985;145:1515-6.

  5. Mintz PD, Anderson G, Clark S. Immune hemolytic anemia associated with sulindac. Arch Intern Med 1986;146:1639.

  6. Hughes JA, Sudell W. Hemolytic anemia associated with naproxen. Arthritis Rheum 1983;26:1054.

  7. Guidry JB, Ogburn jr CL, Griffin jr FM. Fatal autoimmune hemolytic anemia associated with ibuprofen. JAMA 1979;242:68-9.

  8. Molen-Eijgenraam M van der. Hemolytische anemie door diclofenac. Geneesmiddelenbulletin 2001;35:79.

  9. Samenvatting van productkenmerken (1B-tekst). Voltaren Retard. Arnhem: Novartis; 2002.

Leiden, januari 2004,

Wij kunnen ons verenigen met het advies om uit voorzorg voortaan het gebruik van diclofenac en andere NSAID's te vermijden. In de praktijk is de instructie ook in deze vorm aan de patiënt gegeven.

F.H. Heyning